2015 Bhutan

HOE HET OP MIJN PAD KWAM

Eind oktober vorig jaar werd ik door Rieki Crins van de Learning Exchange Foundation uitgenodigd om als vrijwilligster een maand naar Bhutan te gaan (waar zij al ruim 20 jaar komt) om in het Tashi Namgay Resort in Paro een aantal meisjes die daar in de Spa (gaan) werken een massagetraining te geven.

Zij had mij tien jaar geleden meegemaakt toen ik met een aantal Flowering leerlingen Time-Out Touch stoelmassages gaf tijdens de Triple Bottomline Investment Conference in de Beurs van Berlage, georganiseerd door haar echtgenoot Robert Rubinstein. En zij dacht dat dit echt iets voor mij zou kunnen zijn.

Toevallig had ik net besloten om een deel van de winter weer in het Verre Oosten door te brengen, dus ik hoefder niet lang na te denken.

Hieronder een verslag van mijn wederwaardigheden.

 

ZATERDAG 24 JANUARI, DAG 1

Gaan we of gaan we niet?

Als ik wakker word en de gordijnen openschuif ligt er een dik pak sneeuw. De eerste van dit jaar. En het sneeuwt nog steeds. De tuin is een wonderwitte sprookjeswereld.

image

 

 

 

 

 

 

Wintertuin

Dan dringt het tot me door dat dit wel eens invloed kan hebben op het treinverkeer. Vanavond om zeven uur moet ik op Schiphol zijn voor de reis naar Bangkok, vanwaar ik de volgende dag doorreis naar Bhutan.

image

 

 

 

 

 

 

Samuel nog in engelenslaap

Frouke en Samuel, haar zoontje van anderhalf, die tijdens mijn afwezigheid in mijn huis zullen wonen en eergisteren aankwamen uit Frankrijk, zijn al wakker, evenals Sean, die hier de afgelopen vijf dagen heeft gelogeerd met zijn14-jarige zoon Ruairy. Frouke vraagt of ik een slee heb, want zij verheugt zich op de eerste winterpret met Samuel. Nee, die heb ik dus helaas niet.

image

 

 

 

 

 

 

Sean en Samuel

Ik kijk op het internet en zie dat in Nederland het hele treinverkeer ontwricht is. En dat er wegens werkzaamheden geen treinverkeer is tussen Amsterdam Zuid en Schiphol. Een lichte paniek maakt zich van mij meester.

Gelukkig komt Willem om half elf op de koffie: geen probleem, als er vanmiddag geen treinen rijden brengt hij me naar Schiphol. Even later belt Sangito op: ook hij wil me wel wegbrengen als het nodig is.

Hè, nu kan ik rustig even koffie drinken met Willem en Arati, die intussen ook is gearriveerd. Zij gaan straks samen naar een Tantra workshop in Gendt, begeleid door een vrouw die veel mensen enthousiast (heeft ge)maakt voor hun Aum-meditaties. Sean vertrekt naar de computerwinkel waar zijn zoon de afgelopen dagen stage heeft gelopen voor 3D-printing en bezig,is met een laatste experiment voordat ze na de lunch terug rijden naar Zuid-Frankrijk.

Frouke mengt zich in de koffieconversatie met een kopje thee. En zo wordt het alweer gezellig: gisterenavond hadden we een afscheidsdronk met de intimi ‘van om de hoek’, waarna Sean en ik nog naar het Filmhuis zijn geweest voor ‘The Imitation Game’.

Ik houd een schuin oog op de klok, want ik moet nog pakken en de laatste items wegwerken van de indrukwekkende count-downlijst waar ik de afgelopen twee weken – sinds ik het groene licht kreeg uit Bhutan – gestaag mee bezig ben geweest. Het is een heel bijzondere vorm van ‘klaarkomen’, het toewerken naar zo’n climax vlak voordat ik alles loslaat wanneer ik vertrek naar verre oorden. Een soort kleine dood, zoals de Fransen zeggen: ‘Partir c’est mourir un peu’.

Als rond half één Willem en Arati weg zijn voel ik dat ik toch echt moet beginnen met pakken. Henk brengt mij om vijf uur naar Arnhem Centraal. De bagagelijst is al klaar, dus die hoef ik alleen nog maar systematisch na te lopen. Het verzamelen van alle spullen neemt meer tijd dan ik dacht. Sean en zijn zoon komen terug van de stad en nemen afscheid. De dooi is ingevallen (het treinverkeer komt weer op gang!) en ze verwachten – met hun four-wheel drive – niet veel problemen onderweg.

Ik moet Frouke nog wat dingen uitleggen, zoals hoe de TV in mijn slaapkamer werkt – en het achterlicht van mijn fiets.
Sangito arriveert en is de laatste uurtjes in alle rust vliegende keep voor wat er nog gedaan moet worden. Heerlijk, dat had ik net nodig!

Op het allerlaatst ontdek ik dat van mijn gloednieuwe bril een van de ‘neusvleugeltjes’ los op mijn nachtkastje ligt: er is een schroefje uitgevallen. Dus als de koffers eindelijk gepakt zijn spring ik op de fiets naar Pearle Optiek. Ai…! De winkel blijkt door omstandigheden dicht te zijn. Dan maar naar Reinsdorf Optiek, de concurrent aan de overkant. Ik heb mazzel. De vriendelijke man heeft het benodigde schroefje, zet het er stevig in en berekent niets (ik had mijn portemonnee niet bij me).

We gaan!

Henk is op tijd. De trein is op tijd en vertrekt met slechts vier minuten vertraging. Ik gebruik één van mijn vrij reizen tickets en zit gerieflijk in de eerste klas. Onderweg heb ik een interessant gesprek met een Surinaamse jongeman die voor zijn werk (sales en marketing van gerecyceld rubber op weg is naar Buenes Aires en Rio de Janeiro. Hij helpt met mijn koffers voor het overstappen in Amsterdam Centraal en op Schiphol nemen we hartelijk afscheid.

Daar heb ik alle tijd, dus bij LaPlace, dat de plek van mijn vertrouwde Délifrance heeft overgenomen, ga ik mij te buiten aan een heerlijke champignonwok met een rood wijntje. En

Bij het inchecken blijkt dat ik eigelijk ook een Thais visum nodig heb, omdat ik één nacht in Bangkok slaap. Oeps. Maar gelukkig weet de mevrouw achter de balie een kostenloze work-around die met één extra formulier is geregeld. Ik krijg een raamplaats. Fijn om een lekker holletje te maken met mijn dierbare kussen.
Op weg naar de gate neem ik ook maar een Baileys.

In de lucht

De 10,5 uur durende reis naar Bangkok verloopt voorspoedig. Naast mij zit Pen, een Thaise vrouw die als jong meisje naar Nederland kwam. Haar zoon, die in Thailand woont, heeft ze al zes jaar niet meer gezien. Maar nu is haar moeder overleden en is ze – net te laat om haar nog levend te zien – op weg naar haar geboorteland. Af en toe moet ze huilen, maar naast haar zit Michael, een vaderlijke figuur, type getapte jongen, die haar troost, haar hand vasthoudt en haar af en toe aan het lachen maakt. Aan de andere kant van het gangpad zit zijn stoïcijnse Indonesische vrouw. Hij gaat er prat op dat hij haar al 22 jaar trouw is.

Tussen de bedrijven door drijf ik af en toe weg in Morpheus’ armen en kijk ik naar een film: The Pursuit of Happiness. Ik volg het advies op van mijn logé Sean – die veel heeft gevlogen en dus een jetlag-specialist is: in overleg met de stewardess krijg ik mijn maaltijden op de tijdstippen dat ze in Bangkok (de plaats van bestemming) eten en ik zet mijn smartphone alvast negen uur later: de lokale tijd daar. Als de andere passagiers slapen maakt mijn wekkertje mij wakker en kijk ik weer naar een film of lees wat. Tot ik het echt niet meer trek en mijn ogen weer even dicht vallen.

 

ZONDAG 25 JANUARI

Overnachten in Bangkok

In Bangkok duurt het even voordat ik in de lange rijen afhalers mijn naam zie voor The Cottage Hotel.

image

 

 

 

 

 

 

De afhalers – urenlang wachten…

En dan is het nog een half uur wachten tot het hotelbusje mij komt ophalen en in nog geen tien minuten naar het hotel brengt.

image

 

 

 

 

 

 

Wachten

Maar wat een mazzel: mijn schriftelijke verzoek om een kamer dichtbij het zwembad wordt ingewilligd: de vriendelijke receptioniste Yo (‘Aangenaam, zeg maar Yoyo’. :-)) heeft er net nog één! Na een lekkere warme douche plons ik in de frisse koelte van het verlaten zwembad (buiten is het 30 graden) om mijn verstijfde lijf weer even wat beweging te geven.

image

 

 

 

 

 

 

Zwembad van The Cottage Bangkok in de namiddag

Als ik vervolgens besluit om alvast aan mijn blog te beginnen ontdek ik tot mijn verbijstering dat mijn laptop niet in mijn cabinekoffertje zit. Een golf van paniek slaat door me heen als ik besef dat ik hem – in zijn donkerbruine fluwelen hoesje – in het vliegtuig op de vloer onder de stoel vóór me heb laten liggen. Mijn hele ‘kantoor’ en al het lesmateriaal dat ik wilde gebruiken voor de massageles staan daarop. Rampscenario’s schieten door mijn hoofd en krampen door mijn lijf.

Yo van de receptie begint meteen naar de luchthaven Suvarnabhumi en de Taiwanese vliegmaatschappij Eva te bellen, tussen het helpen van de gasten door. Als ze na een half uur nog geen gehoor heeft gekregen besluit ik terug te gaan naar de airport. Het is intussen half zeven en donker en vanwege de spits doet de hoteltaxi er nu ruim twintig minuten over.

Op de gigantische luchthaven (Bangkok telt 20 miljoen inwoners) word ik van hot naar her en van boven naar beneden gestuurd, totdat duidelijk wordt dat ik toch echt bij het kleine kantoortje van Eva Airlines moet zijn op de bovenste (5e) verdieping. Daar blijkt de luxaflex naar beneden te zijn en er zit een bericht op het raam dat ze op zondag vanaf 17.00 uur sluiten en maandag om 9.00 uur weer open zijn. Tja… Mijn vliegtuig naar Bhutan vertrekt maandag (morgen) om 6.30…

Ik ga eerst maar eens naar de verdieping waar ze eten en drinken verkopen. Bij een Thaise wok bestel ik een groentesoep en een Chang bier. Dat helpt om weer wat tot rust te komen.
Dan ga ik toch nog weer even naar boven naar de inlichtingenbalie om te vragen of ik morgen misschien een vlucht later naar Bhutan kan vertrekken. Daar blijkt dat ook de Bhutanese helpdesk al dicht is. Wel weten ze me te vertellen dat er maar één vlucht per dag van Bangkok naar Paro gaat.

Ik geef het op.
De airporttaxi die mij weer naar het hotel brengt rekent het viervoudige van wat het hotelvervoer kostte. Maar de jongen van de receptie die ik er bij aankomst bij roep weet het bedrag terug te brengen tot het tweevoudige.

Na hem en Yo bedankt te hebben voor hun hulp neem ik nog een fabrieksijsje in het (lege) restaurant en zak vervolgens uitgeput in mijn bed.
Het is kwart over elf. Om half vier zullen ze me wakker maken.

 

MAANDAG 26 JANUARI

Om 02.00 uur schrik ik wakker uit verwarde angstdromen, met krampen in mijn zonnevlecht en buik. Die gaan niet weg, hoe ik ook adem, heen en weer woel en mezelf toespreek. Om half drie ga ik dus maar rechtop zitten en begin aan mijn blog. Langzaam ebben de krampen weg. Tegen half vier neem ik een douche en pak in alle rust mijn half uitgepakte koffers weer in.

Klokslag vier uur rijden we weer naar het vliegveld. De straten en snelwegen zijn nu verlaten, dus we zijn er in zeven minuten. Er staan lange rijen voor de incheckbalies, dus ik begin al opschuivend maar eens aan het boek over Bhutan van Rieki Crins (de aanstichtster van dit avontuur): ‘Meeting the other’.

Ons vliegtuig vertrekt mooi op tijd. We blijken nog een tussenlanding te hebben in Calcutta (laat ik nou altijd gedacht hebben dat dat in Latijns Amerika lag!),

waar we in tweeëneenhalf uur naartoe vliegen. Daarna doen we er nog 45 minuten over naar Paro, waar het weer een uur vroeger is.

Ik heb een hele lege rij voorin (er zijn betrekkelijk weinig passagiers; na Calcutta tel ik er nog maar 45) en verdeel (heerlijk in mijn kussen genesteld) mijn tijd tussen mijn blog, soezen en het boek van Rieki. Pas als ik bergmassieven zie met heel in de verte besneeuwde toppen gaat mijn aandacht weer naar buiten.

Nog even is het spannend als we krapjes tussen de massieven door naar het vliegveld (volgens zeggen het gevaarlijkste ter wereld) zigzaggen, maar dan landen we exact om kwart voor tien met scheurende remmen toch veilig op vliegveldje van Paro.

Mr. Mahendra Sharma, de manager die zich over mij ontfermt tijdens de afwezigheid van Jigme Karma, de eigenaar van het Tashi Namgay Resort – die net vanochtend voor veertien dagen naar Maleisië is vertrokken – ontvangt mij hartelijk.

Mahendra staand in Dzong

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mahendra Sharma, General Manager, 30 jaar

We hebben meteen een klik en in de loop van de dag krijg ik en aardige indruk van wat ik hier kan betekenen. Niet alleen als massage teacher maar ook als klankbord en wellicht als katalysator voor de interne communicatie.

Het weer is hier heerlijk. Stralende zon en ik schat zo in de loop van de ochtend een graad of 14. Net als in Nederland is het hier winter. De bomen zijn kaal en de bodembegroeiing is dor en bruin. Alleen wat groenblijvende heesters en wat winterjasmijnachtige struiken geven wat kleur.

Veel van de mannen hier dragen kimono-achtige jurken met een gordel, kniehoog, wijd van boven, smal van onderen.  Een soort kokerrok). De bovenkant is opgetrokken en bloest rondom over. Die gebruiken ze als ‘de grootste jaszak ter wereld’. Eronder dragen ze zwarte kniekousen. Het doet een beetje Schots aan.

In zo’n twintig minuten rijden we naar de andere kant van het riviertje waaraan Tashi Namgay gelegen is. Het water staat laag waardoor veel van de bedding met ronde gladgeslepen keien zichtbaar is.

Ik word met alle égards ontvangen. De staf (45 man/vrouw, met een capaciteit van 125 gasten) is zo op het eerste gezicht heel verlegen en onderdanig. Mahendra zou ze graag wat opener, mondiger en zelfstandiger zien. Hij is hier sinds een half jaar. Voordien zat hij in het management van het prestigieuze 5-sterren Amman hotel (dit resort heeft er drie). Maar doordat hij er voor koos om zijn stervende grootvader drie maanden te verzorgen, raakte hij zijn baan kwijt.

Hij zit vol plannen voor de verdere ontwikkeling en verbetering van dit hotel (dat afhankelijk is van reisorganisaties zoals Tripadvisor) en kampt soms met frustratie en ongeduld vanwege het langzame tempo waarin dat gaat.

Ik krijg een kleine rondleiding op weg naar mijn prachtige kamer met vloerverwarming en uitzicht over de rivier.

naar lobby

 

 

 

 

 

 

Van het resort naar de lobby

image

 

 

 

 

 

 

De Luxe cottage, met, twee tot tien kamers per huis

image

 

 

 

 

 

 

De lobby met daarboven het restaurant

mijn huis ingang

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ingang naar ‘mijn’ huis. Drie kamers beneden, drie boven. Ik zit midden onder.

mijn kamer

 

 

 

 

 

 

Mijn kamer (1)

mijn kamer-2

 

 

 

 

 

 

Mijn kamer (2)

mijn kamer-3

 

 

 

 

 

 

Mijn kamer (3)

mijn kamer uitzicht recht

 

 

 

 

 

 

Uitzicht uit mijn kamer over de rivier met daar achter de landingsbaan van Paro Airport en een gastenverblijf  in voor flight crews (in aanbouw)

Dankbaar neem ik Mahendra’s voorstel aan om eerst lekker te douchen en een paar uur te gaan slapen. Ik heb twee brede bedden, een bad met stortdouche, vloerverwarming en TV. Na een heerlijke warme douche ben ik binnen no time onder zeil…

Later word ik in de Spa voorgesteld aan de twee meisjes – Tsjewang en Sonam – , die op dit moment als enigen de Spa bevrouwen. Tsjewang sinds en maand, Sonam sinds vijf dagen. O wat zijn ze klein, verlegen en schuchter: “Yes Ma’am’, ‘No Ma’am” – en ze durven mij nauwelijks aan te kijken.

wang-01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

sonam-01

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Hun supervisor, die ook les van mij zou krijgen, is om duistere redenen drie dagen geleden vertrokken. En een vierde meisje, dat morgen op proef hier zou beginnen, heeft afgehaakt. De Spa heeft dringend behoefte aan meer masseuses, want alleen kunnen deze twee de kar niet trekken. Weliswaar zijn er dagen waarop er geen enkele massage wordt geboekt, maar dan ineens komen er vier of vijf tegelijk die meteen bediend willen worden. Het schijnt echter moeilijk te zijn om mensen aan te trekken voor dit werk. Voorlopig zal ik het dus met deze twee moeten doen. Dat is wel even een teleurstelling, want ik had op zes gerekend, maar aan de andere kant maakt dat het werk wel zo gemakkelijk.

Sonam geeft mij een heerlijke massage, waardoor ik lekker bijkom van de reis en alvast een indruk krijg van wat ze in huis heeft. Dat is niet mis: ze heeft (net als Tsjewang, met wie ze samen haar opleiding heeft gehad), twee jaar in een vijfsterrenhotel in India gewerkt en wel zes verschillende massagestijlen geleerd en gepraktiseerd.

naar spa

 

 

 

 

 

 

De Spa, gezien vanaf het hoofdgebouw (lobby en restaurant)

naar spa-2

 

 

 

 

 

 

Op weg naar de Spa

naar spa-3

 

 

 

 

 

 

Naar de ingang van de Spa

naar spa-4

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De poort naar de Spa

spa-1

 

 

 

 

 

 

De Spa

spa-3

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gebedsmolen naast de deur van de Spa

spa flowerbowl uitgesneden

 

 

 

 

 

 

 

 

Spa: drijfschaal met bloesem

 

Tot slot van deze dag van aankomst dineren Mahendra en ik samen in de eetzaal boven de lobby. Het (yak?-)vlees is wat taai en sommige gerechten zijn te spicy voor mij (Mahendra verzekert mij dat daar vanaf nu rekening mee zal worden gehouden). Maar de smaak is goed en er is soep vooraf en een toetje na. De Nescafé koffie die we tot slot krijgen geserveerd is inderdaad niet geweldig (gelukkig heb ik op aanraden van Rieki een pak koffie en een filter met zakjes meegenomen :-)).

image

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Mahendra is duidelijk blij om een klankbord te hebben. Hij vertelt over de bouwprojecten (er zijn net vier nieuwe De Luxe cottsges met twee tot tien kamers elk gebouwd, die alleen nog ingericht moeten worden; over de plannen voor een bibliotheek bij het water en een ‘strand’ met zitjes aan de oever van de rivier. En deelt zijn zorgen over de bezetting van dit moment: het is laagseizoen en er zijn vandaag maar 52 gasten. Hij vraagt mij om alles aan te geven waarvan ik denk dat het beter of anders kan.

Intussen heb ik wifi en er is een bericht op mijn iPad binnengekomen uit Bangkok: mijn Vaio laptop is gevonden. Hoera! Wanneer ik hem kom ophalen?, vragen ze. Samen met Mahendra stel ik een mailtje op met het verzoek om de laptop per expresse via DHL hierheen te sturen. En nu maar even afwachten.

In mijn kamer mak ik een begin met mijn blog. Rond middernacht ga ik met een zucht van verlichting onder zeil.

 

DINSDAG 27 JANUARI

Rond half vijf word ik wakker voor een plas. Omdat ik daarna niet meer kan inslapen ga ik maar een potje Wordfeuden en chatten met vriendin Joke en broer Jack. Vervolgens beantwoord ik een paar mailtjes en bekijk alvast de nieuwe 3D anatomie-app.

Als ik weer lig schiet me te binnen dat ik Rieki, mijn intermediair, nog niet heb laten weten dat ik goed ben aangekomen. Toch nog maar even overeind, dus.

rieki

 

 

 

 

 

Rieki Crins (http://lefoundation.info/crins/crins.html)

Daarna herinner ik mij dat ene Gert een exemplaar van mijn boek heeft besteld. Die schrijf ik ook een berichtje dat ik in Bhutan zit en Sangito vraag ik of hij het op wil sturen.

Vrvolgens doe ik een half uur yoyoyoga: mijn eigen setje van rek- en strekoefeningen.

Dan is het al kwart over acht. Tijd om op te staan: tussen negen en tien ontmoet ik Mahendra tijdens het ontbijt en om tien uur heb ik mijn eerste afspraak met de meisjes. De douche heeft een grote vierkante douchekop en ik geniet van een lekker warm stortbad.

In de grote lege eetzaal (blijkbaar eet iedereen hier op zijn kamer) staan vier bediendes klaar om mij te serveren.

Terwijl Dorjee mijn toast bereidt en een Thinley mijn thee en mango juice ophaalt maak ik een praatje met

Sanghe Rinzin (ik neem me voor om alle namen van het personeel te leren) die vlak bij mij achter het buffet mijn scrambled eggs en watermeloen pancakes bakt. Intussen geniet ik alvast van de cornflakes op tafel.

Halverwege voegt Mahendra zich bij mij en we praten over de interne communicatie, die praktisch nihil blijkt te zijn. Ik stel voor om een paar workshopjes met ze te doen, zodat de mensen elkaar leren kennen en beter op elkaar af kunnen stemmen. Dat is moeilijk, omdat iedereen zo druk is en niet van zijn post weg kan. maar het idee spreekt hem duidelijk aan en hij gaat kijken of hij iets kan regelen.

Om kwart over tien ben ik bij de meisjes en ik stel voor om in het prieel aan het water (dat later de bibliotheek gaat worden) samen te zitten en te bekijken wat ik ze zou kunnen leren. Ik begin maar eens met een ontluchtingsoefening van ieder tien minuten. Dat is nieuw en vreemd voor ze en er wordt heel wat gegiecheld. Maar ze vinden het leuk en het ontspant de sfeer. Als ze mij elkaars verhaal vertellen krijg ik al een doorkijkje in wat ze bezighoudt en bezit.

Daarna bekijken we samen een aantal spieren in het borstgebied en de onderbenen in mijn nieuwe anatomie app. Ze weten wel iets van spieren, maar namen en functies kennen ze nauwelijks. We zijn alledrie enthousiast over de wijze waarop je met een lichte touch van het beeldscherm elke spier van alle kanten kunt bekijken en naar de onderliggende lagen kunt gaan.

Van twaalf tot half vijf hebben ze lunchbreak en ik benut de tijd door wat te mailen, te bloggen, een paar foto’s te uploaden en een dutje te doen. De lunch sla ik over. ik heb teveel Engelse drop gegeten.

‘s Middags beginnen we met de praktijk. Er zijn drie massagekamers in de Spa (die ook een sauna en een fitnessruimte bevat): één solo en twee 2-persoons, waarvan één op de bovenverdieping, met een badkuip. De twee kamers beneden zijn erg klein en ik heb gisteren bij de rondleiding al voorgesteld om ze diagonaal te zetten, waardoor de masseuses meer ruimte hebben aan het hoofd- en voeteneind. Dat hebben ze meteen geregeld.

Ik besluit om ze eerst wat warming-up en losschud-technieken te leren en daarna de nekstrokes en het borstgebied te doen. Bij dat laatste verwacht ik wat weerstand want ze doen heel preuts, met handdoeken ophouden als je gaat liggen en de ‘private parts’ angstvallig bedekt houden, zelfs als er een b.h. en een onderbroek overheen zit. Mijn voorkant bijvoorbeeld heeft Sonam gisteren helemaal onberoerd gelaten. Ik geef dan ook eerst een beknopte uitleg over het belang van jezelf bloot te kunnen geven en je lichaam als een geheel te ervaren en niet als een aantal geïsoleerde onderdelen.

Wang (haar naam klinkt Chinees en ze heeft ook Chinese trekken) is het eerst aan de beurt om model te zijn. Het is een hele toer om haar b.h.-loos op de tafel te krijgen. Giechelend wordt er met handdoeken gewerkt opdat ik toch maar niet voortijdig de schaamte van haar prille borstjes (It’s shameful, Ma’am, impure…”) zal aanschouwen. Stijf in een badhanddoek gewikkeld kruipt ze onder de fleecedeken. De tafels zijn voorzien van verwarmde matrassen, wat prettig is voor de cliënt. De kamers zelf echter zijn spaarzaam verwarmd, wat minder prettig is voor de masseuse.

Het horizontaal en verticaal opschudden zorgt voor de nodige hilariteit maar breekt ook de spanning. De nekstrokes zijn nieuw voor hen en een hele openbaring. Het is mooi om de concentratie te zien waarmee Sonam de aanwijzingen opvolgt.

Maar als het borstgebied aan de beurt is breekt de pleuris los. Beide jongedames liggen in een deuk van het lachen en Wang klemt de handdoek tegen zich aan alsof haar leven er van afhangt.
na wat stoeien en kietelen geeft ze uiteindelijk de strijd op en zichzelf bloot. Ik doe wat verbindende strokes voor de hele tors, waarin ook de borstpartij wordt meegenomen. Deze moet ik een aantal keren herhalen voordat ze uitgegiecheld is en begint te voelen hoe weldadig dit is.

Nadat we ook de ribbenboog en het sternum hebben gedaan ronden we af met nog wat zachte massage en dan zit de middagsessie erop. Het is zeven uur en de dames moeten nog tot acht uur standby zijn voor eventuele clienten.

Ik neem even een pauze in mijn kamer (heerlijk om in die weldadige warmte binnen te komen na een korte wandeling door de frisse avondvrieslucht) voordat ik ga kijken wat er vanavond op het menu staat en horen wat Mahendra te vertellen heeft.

‘s Avonds lukt het me om met WordPress mijn blogtekst via de ipad op mijn website te krijgen met alvast een plaatje erbij. Triomf!

 

WOENSDAG 28 JANUARI

‘s Morgens laat ik de meisjes opschrijven wat ze wel en niet goed/OK vinden van zichzelf – en waarom. Daarna is Sonam aan de beurt om model te zijn voor de strokes van gisteren. Ook zij moet zichzelf overwinnen om zich bloot te geven, maar het gaat al sneller dan bij Wang.

In de lunchpauze praat ik weer even bij met Mahendra. We maken ons een beetje zorgen over de laptop: er is nog geen bericht teruggekomen uit Bangkok op onze beide mailtjes en de telefoon bij de Lost & Found wordt niet opgenomen. Mahendra gaat vanmiddag nog een keer mailen. Verder heeft hij het druk, want er komen morgen 36 Indiase gasten en zijn assistente is al sinds een paar dagen afwezig in verband met werkzaamheden elders. Niettemin gaat hij mij morgen meenemen naar het stadje Paro om de Dzhong een gigantisch tempelachtig gebouw: het administratieve centrum van de monniken) te bezichtigen die wij aan de overkant van de rivier in de verte kunnen zien liggen. Dan kunnen we bij de markt meteen een nieuw hoesje kopen voor mijn mobieltje: de sluiting van mijn witte cover is afgebroken.

In de namiddag oefenen de meisjes het geleerde op mij en ik ben verrast over hoe goed ze het hebben opgepikt. Tevreden nemen we om zeven uur afscheid en ik installeer me in het restaurant voor een welverdiende maaltijd.

De avond gebruik ik voor het bijwerken van mijn blog. Tegen twaalven besluit ik de tekst nog even op de website te zetten. Maar dan gebeurt er iets geks: het knippen en plakken in WordPress gaat goed. Maar als ik dan klik op ‘bijwerken’ om de nieuwe versie op te slaan, verdwijnt de net ingevoegde tekst. Frustrerend. Heb ik iets verkeerd gedaan? Nog maar eens opnieuw doen dan.

Om kort te gaan: tegen vieren geef ik het na talloze vergeefse pogingen op. Daarna lig ik met krampen in mijn zonnevlecht (jaja, het ego geeft zich niet graag gewonnen Om kort te gaan: tegen vieren geef ik het na talloze vergeefse pogingen op. Daarna lig ik met krampen in mijn zonnevlecht (jaja, het ego geeft zich niet graag gewonnen.

nog tot zes uur te woelen, te draaien en te mindfucken voordat de slaap wil komen. En om kwart over acht gaat de wekker…

DONDERDAG 29 JANUARI

 

De worsteling en het korte slaapje van vannacht in aanmerking genomen voel ik me redelijk fit.
De ochtendsessie beginnen we weer in de bibliotheek. We hebben maar een uur want om elf uur begint de excursie naar de Zhong en het stadje Paro.

Dit keer laat ik mijn pupillen de positieve keerzijde van hun ‘negatieve’ eigenschappen bedenken. Het is een beetje zoeken, maar samen komen we er toch uit. En het geeft duidelijk een gevoel van opluchting als ze beginnen te beseffen dat er niets op zich ‘goed’ of ‘slecht’ is en dat we onze opinies kunnen herzien.

Daarna doen we als afronding de harttransformator, een visualisatie-oefening waarmee je in een paar seconden je hele body/mind systeem kunt opschonen.

Om elf uur staat de auto met chauffeur klaar. Dit is mijn eerste uitje! Hoewel de Zhong vanaf Tashi Namgay duidelijk zichtbaar is op de berghelling aan de overkant van de rivier neemt de reis er naartoe toch nog ruim een half uit in beslag. De bergwegen zijn hier en daar praktisch onbegaanbaar. Overal zijn mannen en vrouwen in bonte kledij bezig met constructie-/ herstelwerkzaamheden en puin ruimen. Zij werken rustig en gestaag. Soms moeten we een tijdje wachten op een truck die zijn lading moet lossen.

Dienke, het hoofd van de afdeling Inkoop, rijdt met ons mee. Zij gaat gaat wat boodschappen doen en naar de bank.

Mahendra vertelt onderweg dat hij een e-mailtje heeft ontvangen uit Bangkok. Ze kunnen mijn laptop met DHL laten bezorgen, maar dan moet hij zich eerst bij DHL laten registreren en het registratienummer opsturen. Dat gaat hij vanavond doen.

In Paro, dat gelegen is in een wijd dal wordt Dinker afgezet, waarna wij doorrijden naar de Zhong aan de andere kant van het dal.

paro valley

 

 

 

 

 

 

De Dzhong is een imposant wit bouwwerk dat er uitziet als een vesting. In en om dit administratieve centrum van het Mahayana Boeddhisme wordt jaarlijks een groots festival georganiseerd, waar duizenden mensen uit het hele land drie dagen samenkomen.

Mahendra drapeert bij de ingang volgens traditie een witte shawl om zich heen, symbool van respect en puurheid. Een wachter controleert of er niets verdachts onder mijn Nepalese dekentje zit.

binnenplaats

 

 

 

 

 

 

mandoline warrior

 

 

 

 

 

 

We doen de ronde door de gangen en de binnenplaats, waar we met de klok mee om het hoofdgebouw heen lopen. Op de muren zijn tanka’s en schilderingen van strijders, goden en godinnen. Op de binnenplaats staan groepjes monniken in rode gewaden en hier en daar lopen wat toeristen. De sfeer is sober en ingetogen, hoewel er bij de monniken zo nu en dan hartelijk wordt gelachen.

We geven alle gebedsmolens een draai ‘for good luck’ en betreden de tempel. Ook hier een sober interieur met veel leegte. Alleen bij het altaar een feest van kaarsjes en kleurige ornamenten. ‘Dat is wat veel religies gemeen hebben:”, zegt Mahendra, “het branden van kaarsen en lichtjes”. En inderdaad, het licht is wat ons verbindt…

Na dit bezoek rijden we terug naar Paro. een stadje met een hoofdstraat en een paar zijstraten. Voornamelijk witte en gele huizen – zoals overal in Bhutan nergens hoger dan vier verdiepingen – met donkerbruine kozijnen en kleurig bewerkt en beschilderd houtwerk langs de (veelal golfplaten) daken. Nergens reclameborden. Weinig verkeer – hoewel er wel veel auto’s geparkeerd staan.

paro winkeltje

 

 

 

 

 

Bij de markt is inderdaad een winkeltje met wel honderd smartphone covers. Tot mijn vreugde vindt de shopkeeper na lang zoeken inderdaad een (zwart) hoesje voor mijn Galaxy s5 vindt. Ik koop meteen ook maar een transparante cover voor het beeldscherm.

Nadat ik nog wat cash heb gepind pikken we Denke weer op, die inmiddels klaar is met haar boodschappen en het bezoek aan de bank. Gedrieën nuttigen we een gezellige lunch in Mahendra’s vaste stek

paro lunchroom-1

 

 

 

 

 

 

paro lunchroom-2

 

 

 

 

 

 

paro lunchroom-3

 

 

 

 

 

 

 

Tegen vieren rijden we terug naar huis.

Het is bij vijven als ik een kijkje neem in de Spa, De dames zijn wel in voor nog wat leerstof.
Dus buigen we ons over de anatomie van de gastrocnemius en de tibialis anterior (achter- en voorkant, de ribbenboog – die weliswaar dicht bij de borsten is maar toch minder eng – en het borstbeen, dat wel weer in de taboe-zone zit.

We zijn nog geen tien minuten bezig als er zich achtereenvolgens twee gasten aanmelden voor een massage. Dat is dus het einde van de les voor vandaag.

Ik vind het wel fijn om nog een lange avond te hebben. Dan kan eerst nog wat slaap inhalen en daarna misschien nog eens naar de website kijken.

In de eetzaal doet een luidruchtig gezelschap van 36 Indiërs zich tegoed aan het buffet. Zij hebben hun eigen kok meegenomen en de keuken afgehuurd. Ik krijg mijn eigen menu’tje geserveerd maar word ook uitgenodigd om mee te proeven van hun gerechten (brrr…, veel te spicy!).

Mahendra zie ik tijdens de maaltijd maar even. Het internet is uitgevallen en hij heeft zijn handen vol aan klagende gasten en telefoontjes.
Oei… dan zijn die DHL-registratie van Mahendra en het mailtje naar Bangkok met het registratienummer mogelijk ook niks geworden…

Als ze na de maaltijd op de bovenverdieping met een bonkende disco beginnen, haast ik mij naar mijn kamer.
Nu ik niet kan mailen, Wordfeuden of bloggen ga ik maar wat foto’s uitdunnen op Dropbox en in mijn Galaxy. Daarna nog even een stukje lezen in deel 7 van de Dhammapada van Osho (discourses over de soetra’s van de Buddha). Tegen elven worden mijn ogen zwaar en ga ik heerlijk onder zeil.

 

VRIJDAG 30 JANUARI

Om tien voor zeven word ik uitgerust wakker en ik begin de dag met yoyoyoga. Daarna heb ik vóór het ontbijt nog een uurtje om althans in Pages verder te schrijven aan mijn blog

Voor we de strokes van tibialis anterior, gastrocnemius en pectoralis major gaan oefenen die we gisteren hebben besproken begin ik met een demonstratie van het ‘omarmen’ van het been en het overdwars ‘wringen’ van het mediale en laterale bovenbeen tot in de lies en langs het zitbeen. Dit is weer een nieuwe beproeving: in het kader van de ‘decency’ hebben zij geleerd dat je nooit de binnen-/bovenkant van het been aanraakt. Een hoop gegiechel en gekronkel dus voordat we dit nieuwe gebied kunnen ontginnen. Maar als ze eenmaal zijn uitgelachen en zich kunnen overgeven aan de ervaring merken ze hoe weldadig deze verbinding tussen benen en tors is.

Mahendra zie ik de hele dag niet. Die is ondergedompeld in de internetcrash misère.

In de namiddag doet het internet het weer. Er is een mailtje van Karma Jigme, de eigenaar van het resort, die nog tot 7 februari in Maleisië zit. Hij vraagt of ik goed ben aangekomen en hoe het gaat. Ik schrijf hem terug en vertel in het kort wat ik hier allemaal al heb beleefd, met een cc’tje aan Mahendra.

Van Mahendra is er ook een cc’tje van zijn brief aan het bagagedepot in Bangkok. Hij schrijft dat hij geen 1-malige DHL-registratie kan krijgen en vraagt of ze daar toch maar gewoon de laptop aangetekend kunnen opsturen. Dit is intussen een slepende geschiedenis geworden…

Tijdens het diner wordt ik aan tafel genodigd door twee Amerikaanse gasten die gisteren zijn aangekomen: John Wacks uit Chicago en Tavor White uit Boulder, beiden van Joodse afkomst. Ze kennen elkaar van de middelbare school en zijn beiden ingenieurs. John werkte voor ziekenhuizen en is nu zelfstandig consultant, Tavor is ook net voor zichzelf begonnen. Hij is bezig om een business voor lang meegaande hondenkauwbotten op te zetten, gemaakt van ingedikte yak-melk uit Bhutan (gezond en ecologisch verantwoord

Zijn oude maat John heeft hij overgehaald om mee te komen omhem met wat technische problemen bij de productie te helpen.

John is een joviale en continue prater. Tavor wat stil – hij is duidelijk de afgelopen dagen sufgekletst door zijn partner en heeft mogelijk ook een griepje onder de leden. Ze blijven tot respectievelijk a.s. dinsdag en donderdag in Tashi Namgay.

Nadat ik een uitgebreide lezing heb aangehoord over de wereldgeschiedenis van 1600 tot heden komen we meer op het persoonlijke vlak. Beiden zijn meer dan 20 jaar (gelukkig en monogaam) getrouwd. Tavor’s vrouw musiceert en samen zijn ze op het spirituele pad. John’s vrouw heeft lange tijd een administratieve baan gehad aan de universiteit en heeft zich het afgelopen jaar omgeschoold tot pastor in ziekenhuizen en sterfhuizen.

 

ZATERDAG 31 JANUARI

Voor de tweede keer deze week is er geen warm water ‘s morgens. Door de vorst zijn soms de leidingen bevroren tot een uur of elf. Dus maar even een kattenwasje bij de wastafel.

De beide meisjes oefenen de gastrocnemius en tibialis anterior op mij. Dat gaat goed. Daarna doe ik de quadratus lumborum en de pectoralis major voor en Wang oefent die Sonam.

Na de ochtendsessie ontmoet ik Mahendra bij de lunch. We praten uitgebreid bij. Het was gisteren een heksenketel met de naweeën van de internet uitval. Maar gelukkig is vandaag zijn floor manager Peme er weer. Die had een paar dagen vrij om bij haar familie het jaarlijkse ritueel te vieren dat het Mahayane boeddhisme voorschrijft. Zij is goed, en kan Mahendra veel werk uit handen nemen.

Na de lunch doe ik een middagdutje. En dan heb ik tijd voor blog en mail, want de meisjes hebben gasten voor een hotstone bath ritueel, waar ze zeker vijf uur mee bezig zullen zijn.

Mahendra heeft vanmiddag een belangrijke gast opgehaald van het vliegveld: Alan (Alain) is een senior van 71 uit Genève die veel ervaring heeft met hotelmanagement en gratis zijn diensten aanbiedt als adviseur in het kader van het Zwitserse ontwikkelingswerk voor pensionada’s.

Ik word uitgenodigd om met de beide heren te dineren.

 

ZONDAG 1 FEBRUARI

 

Om kwart voor zeven word ik wakker en doe een korte Yoyoyoga-sessie in bed. Dan maak ik een . beginnetje met het herschrijven van het Spa menu (Mahendra stuurde het gisterenavond op, samen met de Standard Operational procedures). Daar is nog wel het één en ander aan te verbeteren en op te leuken.

Om half acht ontbijt ik met de yankees John en Tavor. We hebben het over oorlog en bewustzijn, en over John’s epiphany (revelation). Hij is een echte rationalistische empirist, maar had vijf jaar geleden een ervaring met een heldere lichtbron van waaruit hem werd gezegd: your are searching for knowledge, not for Truth. Dat heeft een diepe indruk op hem gemaakt, al weet hij nog steeds niet wat hij ermee moet.

De meisjes zijn om half tien nog bezig met het opruimen van de vuurplaats. Er waren gisteren twaalf mensen voor het hot stone bath. Ze hebben tot één uur vannacht gewerkt. Dus ik heb nog even tijd om te schrijven, tot kwart voor elf.

Ze hebben het echt nodig om even te ontluchten. Dat doen we in het prieel.
Er kwamen gisterenavond 12 gasten in plaats van de 5 die waren aangekondigd. Er werd veel gedronken en sommige mannen wilden niet uit het bad komen en bleven vier uur zitten in plaats het ene uur waar ze recht op hadden. Het was koud en winderig.

Hun kleren ruiken nog naar rook en hun handen zijn schraal van het wegwerken van de hete stenen en de as. Wang heeft een stukje roet in haar oog gekregen en zit de hele tijd te tranen. Ze vinden dat dit werk is voor mannen. Maar Mahendra heeft alle mannen van de staf aan het werk bij de bouw van de vier nieuwe huizen. En het is schier onmogelijk om een mannelijke masseur te vinden in Bhutan.

Als ze een beetje zijn uitgefoeterd gaan we naar de massagekamer, waar het Sonam’s beurt is om de quadratus lumborum en de pectoralis major te oefenen.
Daarna nemen we in de anatomie-app de spieren van de binnenkant van de benen door. Daar gaan we vanmiddag of morgen mee verder.

Op weg naar mijn kamer kom ik vóór de lobby Mahendra en Alan tegen, die net de ronde over het resort hebben gedaan. Ze nodigen me uit om samen met hen te lunchen en opnieuw heb ik een interessante inkijk in het hotelwezen. Alan heeft zijn hele leven wereldwijd in grote hotels (met een capaciteit van 1000 tot 2000 gasten gewerkt als manager, dus hij weet van wanten. Hij is diep onder de indruk van wat de mensen van Tashi Namgay hier in zeven jaar hebben neergezet.

Na de lunch neem ik mijn e-mail door. Dan is het tijd voor een kleine siësta. Ik word wakker gebeld door Sonam, die meldt dat ze weer een gast hebben die een hotstone bath wil hebben. Poor girls…

Ik ga dus maar weer verder met mijn blog. Totdat om zeven uur Mahendra belt of ik met hem en Alan wil dineren. OK, mijn iPad batterij is bijna leeg, dus die kan ik dan mooi even opladen.

Mahendra laat de enige goeie (dure!) wijn van het huis aanrukken. Lekker en een tikkie mousserend. Alan is een wijnliefhebber en -kenner en keurt hem goed. Het gesprek wordt al gauw persoonlijker en hij vertelt hoe fijn het is om na zo’n hectisch leven eindelijk eens na te kunnen denken over waar het nu eigenlijk allemaal om gaat. Hij leeft alleen in Genève. Zijn vrouw kon zijn hotelleven niet aan en zij zijn lang geleden gescheiden. Wel hebben ze twee kinderen – en een goeie verhouding.
Hij heeft een kunstheup en een hele batterij medicijnen voor zijn hart, maar hij geniet duidelijk van het bestaan.

Het is een genoeglijke maaltijd. Af en toe knipoog of zwaai ik even naar John en Tavor, die aan het tafeltje naast ons zitten in de lege eetzaal ( ook dicht bij de kerosinekachel die de grote eetzaal plaatselijk bijverwarmt). Zij moeten het even met elkaar doen.

Thuis check ik mijn e-mail en neem een lekkere douche. Om kwart over elf leg ik Osho neer en zet de wekker op kwart over zeven.

 

MAANDAG 2 FEBRUARI

Om kwart over zeven gaat de wekker. Hm… Ik zet hem nog maar even en half uurtje later.
Maar ja, er piept wee z’n stralende zon tussen de gordijnen door…
Toch maar een kwartiertje rekken en strekken. En dan Vóór ik ga douchen en ontbijten eerst even een regeltje in mijn blog schrijven en een half uurtje bloggen en knutselen aan dat Spa-menu dat ze zo graag geupdate willen hebben.

Aan het ontbijt tref ik Alan, die straks samen met Mahendra een ontmoeting heeft met de zeven Department Heads en twee supervisors. Die gaat hij aan het werk zetten om te inventariseren waar ze tegenaan lopen en wat er verbeterd zou kunnen worden.

Hij is bezig met zijn powerpoint presentatie (waarvoor hij een ultrakleine reisbeamer bij zich heeft). Ik ga intussen verder met het corrigeren van het Spa menu, waar hier en daar wat taal- en stijlfouten in zitten.

Als Mahendra hem komt ophalen is het ook voor mij bijna tijd om naar de meisjes te gaan.
Ik drink nog een kop thee met John en Tavor, de Amerikanen. Bij Tavor is de verkoudheid goed los gekomen, maar hij voelt zich beter. John vertrekt morgen via Bangkok en Hongkong terug naar Chicago, waar zijn vrouw zo ongeveer ingesneeuwd zit.

Met de meisjes loop ik het massage-aanbod in het Spa menu door. Een aantal van de massages met klinkende Bhutanese namen zijn ongeveer hetzelfde en kunnen worden samengevoegd onder één noemer. Andere massages moeten een andere tijdsduur krijgen: 90 minuten is veel te lang voor een hoofd- of voetmassage.

Dan oefent Sonam de grepen van het mediale been op Wang. Hier ook weer veel hilariteit en protest als we rond de lies werken.

Tot slot gaan we nog even in het bibliotheekprieel zitten, waar Wand alle foto’s die ik heb genomen via Bluetooth op haar mobieltje overzet.

In mijn kamer werk ik nog een half uurtje aan het menu en om twee uur ga ik een hapje eten. Het is een verademing dat er niemand in de eetzaal is. Even geen conversaties.
Ik neem een kippengroentensoepje met noedels en een portie champignons met kaassaus. Heerlijk!

Na een kleine siësta ben ik bijna de hele middag bezig met pogingen om foto’s vanuit Dropbox op mijn iPad te krijgen, wat maar steeds niet lukt. Heel frustrerend.

Ik ben blij als ik om kwart over zeven vanuit het restaurant word gebeld dat Mahendra met een heel gezelschap op mij zit te wachten voor het diner. Nu moet ik het wel even loslaten.

Het gezelschap bestaat uit Mahendra, Alan, Auke, Adrian en Kathy. Ik word uitgenodigd om aan het hoofd van de tafel te zitten tegenover Mahendra.

Auke en Adrian werken hier sinds november in een naburig oud hotel dat wordt opgeknapt en zal fungeren als een soort hotelschool voor Bhutanezen. Beiden zullen begin maart een twaalftal trainers trainen in ‘hospitality’. Deze op hun beurt zullen eind maart met 40 leerlingen gaan werken, die ieder een werkveld kunnen kiezen: Receptie, Onderhoud, Keuken, Schoonmaak enzovoorts.

Auke is een carmante jongeman die onder andere skileraar is geweest. Hij komt uit Nederland en heeft zeven jaar hotelschool gehad in Den Haag en Amsterdam. Adrian is tanig en gedreven, met opgetrokken schouders en scherpe trekken. Hij komt uit Zwitserland en heeft al twee jaar praktijkervaring opgebouwd in Europa en het Verre Oosten. Op weg hierheen heeft hij grote afstanden gefietst, onder andere van Turkije naar Pakistan.

Kathy komt ook uit Zwitserland, maar woont al geruime tijd in China, waar ze Chinees leert. Nu is ze een maand in Bhutan, uitgenodigd door vrienden van haar familie, die niet ver van Tashi Namgay in de bergen wonen. Hier gaat ze toch ook maar wat Zhonka leren (de hoofdtaal van de Bhutanezen).

Het wordt een ganimeerde uitwisseling, met lekker eten en drinken. Op de valreep mengt ook John de ‘allesweter’ – die morgenvroeg vertrekt – zich in het gesprek. Hij blijkt ook jaren in China te hebben rondgereisd en vindt in Kathy een gretig gehoor.

Pas tegen half twaalf nemen we afscheid, met de belofte dat ik Auke en Adrian in hun hotel kome opzoeken.
Thuis probeer ik nog twee dingen uit: foto’s naar de iPad transporteren via Gmail. Dat werkt!
En tekst toevoegen aan mijn blog rechtstreeks in de webpagina. Dat werkt ook. Dus nu ga ik mijn hele blog naar Mahendra mailen met het verzoek om het uit te printen. Dan kan ik het vervolgens overtypen op de website. En voortaan niet meer werken in Pages, maar rechtstreeks online.

Wel merk ik tot mijn schrik dat er op raadselachtige wijze van alles is verschoven op de voorpagina van mijn website. Ik knutsel nog wat om te zien of ik het kan verhelpen, maar dat lukt maar gedeeltelijk.
Dus voor het slapen gaan schrijf ik nog een mailtje aan Willem, mijn webmaster, om te vragen of hij er even naar wil kijken. Hopelijk kan hij er van huis uit wat aan doen…

Intussen is het 02.00 uur en ik zet mijn wekker op acht uur, zodat ik morgen voor het ontbijt nog even tijd heb om de laatste gebeurtenissen in mijn blog te zetten.

 

DINSDAG 3 FEBRUARI

Geen yoyoyoga vandaag. Om acht uur meteen het blog bijwerken, wassen aan de wastafel met heet water uit de waterkoker (de leidingen zijn nog niet ontdooid) en om kwart over negen aan de ontbijttafel met Alan. Spiegeleieren, toast, Bhutanese kaas en jam. En de kerosinekachel naast ons.

Alan gaat vandaag met de zeven Department Heads (allemaal vrouwen!) inventariseren wat er allemaal beter kan. Hij is duidelijk in zijn nopjes met de kennismaking van gisteren. Merkt dat ze naar hem opener zijn dan naar de ‘Baas’. Uiteindelijk gaat hij over een maand weer weg…

Met de meisjes ga ik in het biebprieel als experiment de keuze/commentaar oefening doen. Sonam’s makke is dat ze door haar onrust en ontevredenheid steeds maar van job wisselt, terwijl ze liever wat stabiliteit (en daarmee een beter betaalde baan) zou willen hebben, zodat ze haar vader financieel kan steunen. We vinden de geschikte keuzeaffirmatie voor haar.

Tshewang wil eigenlijk liever ‘s middags en ‘s avonds werken in plaats van ‘s morgens, maar denkt dat haar baas daar nooit mee akkoord zal gaan. Ook voor haar kiezen we een goede affirmatie die de weerstanden kan triggeren.

Afwisselend werk ik met beiden en binnen een half uur lijken hun affirmaties stevig te staan.
Ik knoop hun wensen in mijn oor voor de lijst met suggesties voor Mahendra en Karma Jigme.
Dan gaan we naar het kantoortje, waar we de spieren van de rug doornemen.

De lunch nuttig ik opnieuw in mijn eigen illustere gezelschap. Met zoals gewoonlijk drie, vier van de bediendes op de achtergrond erbij. De meeste namen kan ik nu al koppelen aan de gezichten. Thinley, Dorjee, Tashi Rinzin, Sanghe Tenzen. Veel mensen hebben dezelfde namen. Veel namen worden zowel aan mannen als aan vrouwen gegeven.
Ik neem tomatensoep met ei en toch maar weer die lekkere champignons met kaassaus. Met een licht blond biertje erbij.

Daarna een heerlijke siësta en wat schrijven.
Om vijf uur kom ik het Spa-kantoortje binnen, waar ik de meisjes tref in gezelschap van Dorjee en Bikram (de kok). Dat is nieuw: stafleden die elkaar tijdens hun pauze opzoeken. Ik ben aangenaam verrast. Dorjee wil nog wel een paar minuten blijven, maar Bikram, die mij nog niet kent, is verlegen en gaat al gauw terug naar de keuken.

Om half zeven is Wang klaar met de rugstrokes (onderbroekje ietsjes naar beneden levert natuurlijk weer levendige taferelen op

Nog even onderbreken

Na afloop bedanken ze me nog eens hartelijk voor alles wat ze bij mij aan nieuwe dingen leren. leren. Ze huggen steeds spontaner!

Ik trek me terug in mijn kamer om de e-mail door te nemen. Er is een mailtje van Mahendra, die mij uitnodigt voor een excursie naar het plaatselijk museum en een lunch in town. Om elf uur vertrekken we.

Dan word ik gebeld door de keuken: of ik alvast wil bestellen. Vandaag zijn er maar tien gasten, dus er worden persoonlijke bestellingen opgenomen in plaats van een buffet. Ik heb geen menu op de kamer, dus er wordt iemand naar me toe gestuurd. Ik bestel champignonsoep, een vegetable cutlet (een soort vegetarische hamburger), komkommersla en een beetje fried rice.

Ik tref Alan, die bezig is met een dik boek over het leven van St. Jean, een Tempelier uit de Middeleeuwen. Hij blijkt zelf lid te zijn van de Orde van Tempelieren (een soort Vrijmetselaars, maar zonder geheimen en rituelen) en moet een lezing voorbereiden voor als hij over een maand terug is in Geneve.

Hij heeft een vruchtbare dag gehad met de lady department heads (een voor een) en heeft al een aardig beeld van wat er zoal verbeterd kan worden in de organisatie.

Vervolgens hebben we het over de klimaatverandering. Hij vertelt over de rampzalige gevolgen op de Noordpool en in Antarctica. Iemand die hij kent was onlangs op een Poolexpeditie toen ze een ijsbeer zagen zwemmen. Dat kon niet, want het dichtstbijzijnde vaste ijs was 400 km verderop. het uitgemergelde beest werd opgevist en in slaap gebracht. Het vel konden ze wel een meter van zijn lijf optillen.

Dan wisselen we nog wat uit over de treurige toestand van de wereld, zijn reis naar Compostella (hij doet het in etappes, elk jaar een stuk, in 2018 hoop hij aan te komen) en zijn gezondheid. Hij heeft een hartoperatie gehad, twee nieuwe heupen, diabetes, zere knieen en een hele batterij medicijnen. Maar hij laat zich niet kennen en reist ondanks de bezorgheid van familie en vrienden vrolijk de hele wereld rond om zijn kennis te delen met wie maar wil – als een soort moderne Tempelier/Graalridder.

Om kwart voor tien ben ik thuis. Heerlijk nog wat tijd voor mijn schrijverij en een kopje stoelgangthee met Engelse drop. Tot mijn verrassing ontdek ik dat mijn website weer ‘normaal’ is. Willem’s kabouterwerk? (Ik heb nog geen bericht van hem gehad). Of een spontaan wonder…

WOENSDAG 4 FEBRUARI

Een half uur voor de wekker afgaat word ik om zeven uur wakker. Hm, toch maar even mijn rek- en strekoefeningen doen, dan voel ik mij altijd wat soepeler gedurende de dag.
Als ik om half acht de gordijnen open doe piept de zon net boven de bergen uit. Weer zo’n strakblauwe lucht!

Ik zet een kopje koffie voor mezelf, was me aan de wastafel en werk vervolgens mijn blog bij.
Dan een gezellig ontbijtje met Alan en een korte sessie met de dames.

Om elf uur vertrekken we voor een bumpy ride – eerst naar het Bongde Institute for Hospitality and Tourism, waar Adrian en Auke (die eergisteren bij ons dineerden) werken. Bongde ( een voormalig hotel dat niet zo goed liep) ligt in de bergen, ongeveer 20 minuten rijden van Tashi Namgay. We worden (met échte koffie!) hartelijk ontvangen door de beide jongens in de net gerenoveerde en schoongemaakte receptie, die als bar zal gaan fungeren. Van hieruit hebben we een adembenemend uitzicht over het dal, het vliegveld en het kleine stadje Paro.

Dit project is het troetelkindje en de passie van Rieki Crins. Op zoek naar een geschikte locatie voor een ecologische horecaopleiding voor jonge Bhutanezen ontdekte ze deze plek. Ze kreeg de eigenaar van het hotel mee en wist vanuit de Learning Exchange Foundation fondsen te genereren en deze twee jonge horecamensen te enthousiasmeren. De bedoeling is dat er voor de leerlingen die daar getraind worden ook stageplekken worden gezocht.q

We krijgen een uitgebreide rondleiding door het hotel en zijn onder de indruk van wat er sinds november al aan renovatie en verbouwing heeft plaatsgevonden. Het is hard werken en ze hebben regelmatig te kampen met oponthoud en onverwachte complicaties. Half maart gaat de eerste opleiding beginnen. Het is dus nog even flink aanpoten.

Een tweede kop koffie slaan we af, want we moeten nog door naar Paro en het National Museum.
Het is nog zo’n 20 minuten rijden naar Paro, waar we in een klein supermarktje wat boodschappen doen en in een winkel van Sinkel een paar sandalen voor mij scoren. Daarna gaan we een hapje eten in Mahendra’s vaste stek. Daar zien we even later Tavor binnenkomen met een zakenpartner (Paro is klein!). Het is vandaag zijn laatste dag en ik hoop hem vanavond tijdens het avondmaal nog even te spreken.

naar Paro, waar we in een klein supermarktje wat inkopen doen, in een winkel van Sinkel een paar sandalen voor mij scoren en en hapje eten in Mahendra’s vaste stek. Daar zien we even later Tabor binnenkomen met een zakenpartner (Paro is klein!). Het is vandaag zijn laatste dag en ik hoop hem vanavond tijdens het avondmaal nog even te spreken.

Vervolgens klimmen we naar het National Museum, dat wat hoger gelegen is dan de Dzong waar wij eerder waren. De (gedeeltelijke) collectie is tijdelijk ondergebracht in een naburig gebouw, omdat de oorspronkelijke ronde toren met een spiraalvormige opstelling wordt gerestaureerd. Maar we krijgen een goede indruk van Bhutan’s historie, cultuur, flora en fauna. Alan geniet als een uitgelaten kind van alle nieuwe indrukken en schiet tientallen plaatjes. Mahendra en ik wisselen af en toe vertederde blikken.

Om kwart voor vijf zijn we weer thuis. Ik bel de meisjes dat ik de rest van d dag vrijaf neem en tracteer mezelf op een heerlijk warm bad.

Nog wat bloggen en aan het Spa-menu sleutelen en dan is het alweer tijd voor het diner…

Alan zit met drie verschillende cocktails voor zich: appelsap met appelbrandewijn, sinaasappelsap met whisky en watermeloen met witte rum. Een experiment van Chimmy en haar keukenpersoneel. Zij wil graag dat wij ze keuren. Beiden vinden we de eerste twee het lekkerst.

We keuvelen tijdens het eten heel wat af en maken op de valreep nog kennis met Marie-claire uit België en Vina (een wat oudere Indiase vrouw) uit New York, die beiden bezig zijn met vrouwenontwikkelingswerk. Ze gaan pakken, want morgen vertrekken ze naar Delhi. Mar we wisselen nog wel visitekaartjes uit.

Om half tien is het bed- en blogtijd. Met veel geduld lukt het mij nu uiteindelijk om mijn hele blog toch in etappes vanuit mijn iPad naar de website te kopiëren. Nu hoef ik alleen nog de leukste foto’s vanuit mijn camera naar de iPad te mailen, van daaruit op te slaan in Photos en ze dan vanuit mijn website te importeren en in het blog te plakken. Het wordt nog eens wat!

Intussen heeft Mahendra en nieuwe list bedacht om mijn laptop hierheen te krijgen: overmorgen komt Karma Jigme, de grote Baas hier, terug uit Maleisië – via Bangkok. Mahendra gaat hem vragen om de Vaio op te pikken als hij daar op het vliegveld is.

Vijf over één: de hoogste tijd om weer lekker onder mijn tijger-fleecedekentje te kruipen…

 

DONDERDAG 5 FEBRUARI

Vandaag was weer zo’n heerlijke dag. Ik geniet van de rust en de regelmaat die zich als vanzelf in mijn dagritme heeft ontwikkeld.

Vanochtend een heerlijke 4-handen rugmassage gehad van de meisjes, die de grepen van gisteren op mij oefenden.

Tijdens de lunch kwam Alan nog even bij me zitten met een kop thee – hij had zijn middagmaal al gehad – om bij te praten. Mahendra was druk met het oplossen van storing van het interne computersysteem, maar kwam toch nog even melden dat hij de mensen in Bangkok had gemaild dat mijn laptop waarschijnlijk zal worden opgehaald en te vragen waar de laptop zich momenteel bevindt.

Meestal heb ik voor het ontbijt een half uur, voor de lunch een uur, voor de middagsessie met de meisjes anderhalf uur, voor het avondeten een half uur en voor het slapengaan twee tot drie uur om voor mezelf te werken. Met de meisjes werk ik meestal van tien tot een en van vijf tot half zeven.

Vandaag is het volle maan. Gisteren was hij nog te zien. Zzojuist, op weg van de eetzaal naar mijn kamer, zag ik hem nergens – terwijl het toch heel helder is.

Voor de middagsessie in de bibliotheek nam ik zwitserse chocola mee voor de meisjes: een schot in de roos. En we bekeken foto’s van hun familie en vrienden en komische filmpjes op Youtube, voordat we aan de anatomieles over de billen en de hamstrings begonnen.

Het eten was heerlijk. Alan had de keuken- en bedieningsstaf vermanend toegesproken en wat tips gegeven. Met als gevolg dat de borden waren voorverwarmd, de soep heet was in plaats van lauw en de groenten (bloemkool, spercieboontjes, worteltjes) niet bijna rauw maar iets meer gekookt.

Nu, om tien over half tien, zit ik weer rechtop in bed en werk totdat mijn oogjes bijna dichtvallen.

 

VRIJDAG 6 FEBRUARI

Vandaag zijn de billen aan de beurt. Dat wordt weer een dolle boel, als de onderbroekjes uit of naar beneden geschoven moeten… Dus ik begin de dag in ons bibliotheekpaviljoen maar met een oefening in gekke bekken trekken. Dat is ook geheel nieuw voor hen en ik moet eerst zelf het goede voorbeeld geven en uitleggen dat het goed is voor de aangezichtsspieren en onze mimiek voordat ze al giechelend zelfs maar een poging doen.

Na deze warming-up krijg ik ze in ieder geval zover om met de billen bloot te gaan, al blijft het broekje als safety belt onder de billen aawezig. De hamstrings zijn al een stuk minder eng, behalve bovenaan bij het bekken. Het is goed te merken dat er heel veel chromische ‘fatsoensspanning’ zit in en om het bekkengebied. En ze moeten toegeven dat het weldadig aanvoelt als daar wat ruimte wordt geschapen.

Mahendra is de hele dag afwezig. Volgens zeggen is hij zijn kamer niet uitgekomen. Misschien gunt hij zichzelf wat rust, nu er vandaag geen enkele gast is…

‘s Middags worden in de massagekamer de rollen omgekeerd en de bilpartij begint al wat te wennen.

Later in bed kom ik er eindelijk aan toe om wat plaatjes aan mijn blog toe te voegen.

Jammer is dat ik nog niet kan uitvinden hoe ik snel naar het eind van de tekst kan springen. Het document opent steeds bovenaan en dan moet ik eindeloos scrollen om naar het eind te komen of naar de plek waar ik een plaatje wil invoegen. Maar… het begint er leuk uit te zien.

Tijdens het diner krijg ik in geuren en kleuren Alan’s verhalen te horen over de afgelopen dag. Hij heeft de tijd van zijn leven met alle dames van de verschillende afdelingen, die aan zijn lippen hangen om nieuwe dingen te leren.

Na afloop wil ik eerst even een dutje doen voor ik weer verder met de lijst van suggesties. Maar ik word pas de volgende ochtend om kwart voor zeven uur wakker :-).

 

ZATERDAG 7 FEBRUARI

Lekker uitgerust werk ik alsnog aan de finetuming van de lijst met suggesties. Vandaag wordt Karma Jigme verwacht, dus dan is het fijn als ik met wat feedback kan komen.

Aan het ontbijt voegt Mahendra zich bij Alan en mij. Hij ziet er pips uit en kan zienderogen maar met moeite zijn aandacht bij Alan’s eindeloze verhalenstroom houden. Gisteren heeft hij de hele dag in bed gelegen, maar de telefoomtjes kon hij niet laten gaan.

Hij vraagt naar de meisjes en ik vertel wat over hun bezwaren en wensen. Spontaan besluit hij om mee te gaan naar het bibliotheekpaviljoentje om te horen wat ze op hun hart hebben. Dat is wel even schrikken voor de dames, maar het is toch een opluchting als we de stand van zaken even van alle kanten belichten. En voorzichtig wordt mijn idee in de week gelegd dat het wellicht goed zou zijn om Wang een training te geven tot supervisor van de Spa. Zelf acht zij zich nog niet capapabel om die positie in te nemen. Maar ondanks haar verlegenheid vind ik haar er beter geschikt voor dan Sonam, die weliswaar wat brutaler en extraverter is, maar ook  grilliger en wat minder stabiel.

Dan brent Dorjee een potje koffie voor me en gaan we aan de slag met de anatomie van de laterale kant van het lichaam. Een lange sessie volgt, met eerst Wang als practitioner.

De lunch met Mahendra en Alan nuttigen we in de zon op,het balkon van het restaurant. Mahendra is weer aardig opgeknapt en zit vol met plannen voor de Spa. Hij wil graag een één op één gesprek met mij hebben over hoe mijn vorm van werken kan worden gepresenteerd in het Spa menu.  En wat hij moet doen om net zo genietend in het leven te staan als ik. Ik kijk hem ondeugend aan en zeg dat hij eerst maar eens op de tafel moet komen liggen om mijn vorm van werken te ervaren. Hmm, dat wil hij wel, maar dan alleen de achterkant… Ik blijf hem aankijken en vraag waarom niet de voorkant…? Hij weer, met enige achterdocht: ‘Full body…?’ En ik weer geruststellend: ‘ Ja, full body, but don’t worry: no happy ending.

In de namiddag als ik het Spa-kantoortje binnenkom zit daar een nieuw meisje, ze heet Pema Zhangmo en ze heeft dezelfde massageopleidimg in het Oberoi in India gedaan als de beide andere meisjes, maar ook haar ervaring (een jaar en drie maanden) opgedaan in een ander hotel. Nu zit ze sinds zes maanden weer thuis in Bhutan omdat ze, n India niet alleen durfde rondreizen zonder begeleiding.

Haar vriendinnen hebben haar hierheen gelokt en ze komt gratis meedoen met de lessen, om daarna te kijken of ze hier wil komen werken. Ze heeft er twee dagen over gedaan om hierheen te reizen en zal hier intern verblijven. Met z’n drieën krijgen ze een grotere kamer dan waarin Wngmen Sonam tot nu toe bivakkeerden.

Ze is net zo’n beetje klaar met haar verhaal als ineens Mahendra in ons hokje staat, glunderend.

“You haven’t seen why I look so happy”, zegt hij. Ik kijk hem niet begrijpend aan. “You haven’t seen why I look so happy”, herhaalt hij. Dan pas zie ik dat hij mijn fluwelen laptoptas over zijn schouder heeft hangen. Ik vlieg hem spontaan om de hals en de tranen springen me in de ogen. De Lieverd. Alle tijd die hij heeft geïnvesteerd in de pogingen om dat ding hierheen te krijgen. En nu is blijkbaar Karma Jigme net aangekomen uit Maleisië en het is hem gelukt om het te pakken te krijgen in Bangkok.

Ontroerd ga ik verder met de les. Pema komt mee naar de massagekamer om te kijken naar wat voor vreemde nieuwe dingen ik de meisjes bijbreng.

Halverwege de les worden we onderbroken door een koppel dat komt voor een stoombad. Omdat het intussen al bijna kwart voor zeven is, onderbreken we de les zodat de meisjes zich aan de gasten kunnen wijden en Pema kunnen installeren.

Op weg naar mijn kamer wip ik nog even het restaurant binnen om mijn menukeuzemte maken. Het duurt dan nog een half uur voor mijn maaltijd klaar is en dat is net genoeg om mij even op te frissen en te verkleden.

Als ik terugkom is Allan ook net begonnen met het diner en een kwartier later voegt  Mahendra zich bij ons. Hij heeft zij n 85 e-mailtjes weggewerkt en twee uur zitten bijpraten met Karma Jigme.

Het is het begin van een tijdloze avond waarin onze gesprekken steeds intiemer, liefdevoller en diepgaander worden. De tijd verdwijnt en als we ons verzadigd hebben aan het heerlijke eten, de wijn en elkaar is het ineens half twaalf.

En nu zit ik weer rechtop in de kussens en typ deze woorden. Dankbaar en gelukkig voor wat ik allemaal mag meemaken

Misschien nog wat plaatjes importeren en toevoegen. Of lekker onderuit en morgen weer verder.

 

ZONDAG 8 FEBRUARI

Nou, het werd toch lekker onderuit…!

Na het ontbijt staat er in het restaurant ineens een onbekend gezicht naast me. ‘How are you?’ Het duurt even voordat ik mij realiseer dat dit Karma Yoga is. Ik had hem mij veel ouder voorgesteld, maar hij ziet er uit als begin dertig. Een echt aziatisch gezicht en een accent waar ik even aan moet wennen. Ik bedank hem hartelijk voor het ophalen van mijn laptop en we wisselen wat uit over zijn reis naar Maleisië en mijn tijd hier.

Zijn vrouw is een bekende Bhutanese filmactrice en ze heeft ook een ‘winkel van Sinkel’ in Bongde (waar de hotelschool in de maak is), ‘The eighth Heaven’ geheten – dezelfde naam die ik indertijd gaf aan mijn werkplek in de Oost-Peterstaat. Samen hebben ze twee kinderen. Het hele gezin was mee op reis, maar vrouw en kinderen zijn twee weken in Bangkok gebleven, terwijl Karma door ging naar Maleisië – een reis die hij aangeboden had gekregen van een zakenpartner.

Karma loopt mee naar het kantoortje en begroet de nieuwe pupil, die gratis mijn lessen mag volgen en ook eten en onderdak krijgt.
Daarna ga ik met de meisjes aan het werk.

We doen eerst een warming-up in het paviljoentje bij de rivier, onze favoriete plek om de dag te beginnen. Ruggen wrijven, leunen tegen elkaar en met de vingers de rugspieren bewerken en tot slot een hoofd-, nek- en schoudermassage.

Pema Zhongmo doet vandaag ook actief mee met de les. We doen bij Wang de hele laterale kant van het lichaam en laten en passant de 3-D anatomie zien van de spieren die we behandelen. In de namiddag laat ik ze alleen werken (de andere laterale kant van beide dames), want we krijgen de twee jongens van de hotelschool op bezoek. Die vertrekken overmorgen naar een klein dorpje in het noorden van India, waar ze drie weken moeten blijven voordat ze met een nieuw werkvisum Bhutan weer in kunnen .

‘s Avonds dus weer gezellig diner met, met maar liefst vijf tafelheren! Auke, Adrien, Alan, Mahendra en Karma. Als voorafje krijgen we een yakschotel (yaks zijn de Bhutanese koeien), die weliswaar lekker gebruik is, maar wel wat taai… Maar de chickensizzler met groenten is heerlijk, de wijn uitstekend en het toetje met watermeloen en aardbeienmousse ook. Gisteren heb ik de massala-thee ontdekt (een soort Inidase chai met meld) en daarmee eindigen we een geanimeerde avond waarin ik weer heel wat te weten kom over het hotelwezen met alle uitdagingen en anecdotes die dat met zich meebrengt.

Thuis in bed, met mijn dierbare hervonden laptop op schoot, importeer ik nog wat foto’s van mijn camera. Maar het internet is traag en valt steeds uit. Dus tegen tweeën geef ik mijn pogingen om ze op de website te krijgen op, zet het raam open en de thermostaat laag en kruip onder mijn knetterende (statische electriciteit) tijger-fleecedekentje voor zes uur diepe slaap…

 

MAANDAG 9 FEBRUARI

Iets voor achten word ik wakker. Net nog even tijd om mijn blog bij te werken. Voor het eerst zie ik bij het openschuiven van de gordijnen wat bewolking. Maar een half uur later is de zon weer terug. Sneeuw heb ik hier nog niet gezien. De kou ‘s nachts valt erg mee (ik had -16 verwacht maar het is voor mijn gevoel niet kouder geweest dan -4) en overdag is het heel aangenaam en zonnig, met een diepblauwe lucht temperaturen tussen de 11 en 18 graden.

Het ontbijt met Mahendra en Alan is plezierig. Ik proef een knakworstje van Mahendra, maar besluit mij gewoontegetrouw toch maar te houden bij toast, omelet met ui en tomaat, toast, wat kaas en jam (voor de variatie kan ik ook kiezen voor roerei of spiegelei). De cornflakes spreken me minder aan.

Mahendra heeft de wekelijkse maandagochtendtraining met de staf en heeft vandaag ook Wang uitgenodigd, om haar verder te polsen over haar eventuele motivatie om supervisor te worden. Belangrijk is dat ze beseft dat dit veel meer verantwoordelijkheden met zich meebrengt dan ze als masseuse heeft.

Alan heeft een lange dag voor zich, met wel vier besprekingen.

Ik zit nog even in mijn hangstoel in het zonnetje met een tweede kopje thee en dan ga ik naar de meisjes.

In het paviljoen laat ik nu ook Pema Zhongmo vertellen over haar leuke en minder leuke eigenschappen. Dan komt Wang terug van de stafbespreking. Zij heeft instructies gekregen ter verbetering van de Spa, haar zegje kunnen doen en informatie ontvangen over de verantwoordelijkheden van een supervisor. Voortaan mag zij elke maandagochtend bij de stafbespreking zijn.

Terwijl Wang en Sonam de andere kant van Pema’s ‘positieve’ en ‘negatieve’ eigenschappen mogen bedenken, geniet ik van de koffie die om kwart voor elf wordt gebracht door Dorjee (waar Sonam een oogje op eeft, evenals haar collega/vriendin Dheeki van de front office – veel gegiechel dus). Voor we naar de massagekamer gaan springen we wat op en neer en zwieren twee aan twee in de rondte  om even in beweging te komen.

Gisterenmiddag hebben Pema en Wang zonder mij de andere zijkant van Sonam gedaan, een lange sessie. Dat ging ze redelijk goed af, maar ze hadden hier en daar nog wel wat twijfels. Wang moet de andere zijkant nog krijgen, dus dan kan ik het ze nog een keer laten zien. Maar eerst doe ik de bilpartij en de hamstrings nog een keer voor, waarna de meisje zich alledrie mogen uitleven op mij. Pema moet duidelijk even slikken, want zij is zelf nog niet uit de kleren en onder handen geweest. En om dan ineens de juf bloot te zien rondlopen zonder gillend weg te rennen is wat je noemt een kwantumsprong.

Maar het gaat goed en om kwart over één zijn we klaar.

De tijd tot de lunch gebruik ik om nog een paar foto’s te unzippen, namen te geven en naar mijn blog te sluizen. De lunch nuttig ik alleen, want Alan is nog druk bezig met de hele keuken- en bedieningsstaf (zo’n acht man/vrouw) tips ter verbetering te geven. Ze zijn één en al aandacht.

Na afloop komt nog even naar mijn tafeltje om te vertellen dat van deze mensen uiteraard geen wonderen verwacht kunnen worden: de meesten hebben weinig of geen opleiding gehad en een paar hooguit een jaar. Terwijl in Zwitserland drie jaar opleiding vereist is wil je in de bediening in een 4- of 5-sterren hotel aan de bak komen. Maar hij is blij dat hij ze hier en daar wat nuttigs bij kan brengen.

Na een siësta van een half uur ga ik ijverig verder met het verzenden, unzippen, benoemen en verkleinen van foto’s. Veel te snel is het vijf uur. Ik moet weer naar de meisjes. Maar als ik aankom blijkt Wang een klantje te hebben voor voetmassage van een uur. Dus nu kunnen we niet haar tweede zijkant doen. Jammer. Misschien is er na haar sessie nog even tijd daarvoor.

Met de andere twee ga ik nog wat in op vragen die ze hebben over de anatomie van het mediale been. Dan komt er een telefoontje van de front desk dat Wang in het kader van haar training tot supervisor na haar sessie verwacht wordt bij Pema, de front desk manager, die haar wat Excel kennis gaat bijbrengen voor het maken van een dagelijks sales report.

Dat wordt dus straks niks meer, want om zeven uur staat het diner alweer klaar. Dus rond ik met de andere twee af door wat Osho-moppen voor te lezen uit de Dhammapada (lezingen over de sutra’s van de Buddha) deel 7, dat ik als enig boek heb meegenomen.

Ik wacht nog even tot Wang terug is van haar sessie. Dan nemen we afscheid voor vandaag.

Als ik na een kleine pauze in het restaurant kom, zijn Alan en Mahendra al volop in gesprek.
Na enige tijd kan ik het gesprek een wending geven van het hotelwezen naar wat meer existentiële onderwerpen.

Ik laat was foto’s zien van de extensies en de beide heren zijn zowel gechoqueerd als nieuwsgierig als ze onbedekte stukjes borst- en bilpartij zien. Mahendra vraagt of hij ook helemaal bloot moet als hij bij ons op de tafel komt liggen. Ik zeg dat ik dat wel dapper zou vinden, maar dat hij zichzelf niet hoeft de forceren. Ben benieuwd of hij de stap back to innocence kan nemen. Alan heeft al gezegd dat hij in zijn conditie, met allle operaties en hartaandoeningen, bang is dat massage misschien niet goed voor hem zal zijn. Maar hij is toch ook wel geïmponeerd door mijn uiteenzetting over body/heart/mind shifting en wie weet komt hij toch nog over de brug.

Daarna gaat het over liefde. Mahendra heeft met deze job geen tijd voor een vaste relatie, dus hij moet het doen met vluchtige ontmoetingen en soms een aantal nachten met dezelfde. Hij laat een foto zien van zijn huidige bilmaatje (sinds een week), dat hij echt heeft moeten veroveren, en appt haar over zijn inspirerende gesprekken met mij. Ze is benieuwd naar wie die rare Yoyo wel mag zijn. Wellicht zie ik haar, als ze op zijn vrije dag eind deze week weer een nachtje komt vrijen en slapen.

Tot slot wisselen we nog wat uit over onze favoriete films. Voor Mahendra is dat ‘300, Rise of an Empire (die komende zondag op de TV in mijn kamer is te zien), voor Alan ‘Kingdom of Heaven’ over de Templars. Zelf kom ik uiteraard met ‘As it is in Heaven’, waar beide heren nog nooit van hebben gehoord.

Terug in mijn kamer werk ik mijn blog bij, doe nog een spelletje WordFeud met vriendin Joke en broer Jack en ga tegen half twee plat.
Maar omdat de slaap na twee uur nog niet wil komen, ga ik maar weer rechtop zitten en importeer. unzip en categoriseer een flinke lading foto’s van mijn camera, tussentijds chattend met broerlief. Tegen zessen doe ik een nieuwe poging tot onderduiken en inderdaad drijf ik na een half uur zachtjes weg.

 

DINSDAG 10 FEBRUARI

Vijf minuten vóór de wekker om kwart voor negen afgaat, word ik weer wakker.

Ik neem een douche (het water is lekker warm), vul mijn kussensloop met kleren voor de was en wandel in vier minuten naar het restaurant, met de zon in mijn rug genietend van de frisse zuivere lucht.

Aan het ontbijt vind ik Alan en Karma Jigme. Ik stel Karma wat vragen en krijg hem aan de praat over zijn passie en perikelen, het ontbreken van een goed managerbeleid en het onderhoud, renovatie en uitbreiding van de accommodaties. Er zijn nu 58 kamers met in totaal plek voor zo’n 120 gasten. De grootste zorg is – naast het schipperen met het budget – het personeel. Hoe vind je getrainde mensen, hoe integreer je ze met de andere stafleden en bovenal: hoe houd je ze. Ik kom en passant met wat suggesties omtrent de redenen waarop personeelsleden afhaken. Hij ziet uit naar mijn lijst met tips en aan de hand daarvan gaan we binnenkort wat brainstormen.

In het paviljoen doen we eerst e ontluchtingsoefening. Tsjewang en Pema Zhangmo zijn gisteren verhuisd naar een grotere kamer. Een soort ronde torenkamer waar niets in staat. Het was een heel karwei om hun matras en spullen de smalle trap naar boven op te krijgen, En ze hadden een aanvaring met één van de andere meisjes toen ze daar om half elf ‘s avonds mee bezig waren. Sonam is beneden in hun oude kamer gebleven, maar Dheeki is bij haar ingetrokken.

Wang had ook een botsing met de front desk manager, die ook Pema heet. Ze schijnt nogal een bitch te zijn en af en toe ronduit bot. Wang is verontwaardigd en zegt dat als zij door Pema getraind moet worden en het zo blijft, ze haar  langste tijd hier gehad heeft. Dat is natuurlijk mijn vrees – en die van Mahendra: dat de meisjes hier mijn nieuwe technieken leren en dan met die kennis overstappen naar de concurrentie: de Spa van een ander hotel, waar de omstandigheden en betaling iets beter zijn/lijken.

Ondertussen genieten ze alledrie van de les. Ik laat ze hun drie wensen opschrijven en het is leuk om te zien hoeveel energie dat ze geeft. In de massagekamer doe ik  de  extensie van de zijkant nog een keer voor op de linkerkant van Wang. Daarna geeft Pema Zhangmo mij een ontspanningsmassage, zodat ik een indruk krijg van haar stijl van werken en haar kan helpen om die te combineren met Esbima. Ze is goed!

Tijdens de lunch geef ik de ongenoegens van de dames door aan Mahendra. Hij moet zelf maar zien of hij er iets mee kan. Als ik weer in mijn kamer ben heb ik nog een uur voor de middagsessie. Mijn plan is om een half uur te gaan slapen en dan nog een half uur te werken. Ik heb flink wat dingen op mijn to-do-lijst staan. Maar het wordt toch een uur pitten: de slapeloze nacht van gisteren doet zich gelden.

‘s Middags werken Wang en Sonam voor het eerst op Pema Zhangmo, opnieuw met de laterale extensies. Zij moet nu dus ook met de billen bloot. Gelukkig is ze inmiddels voldoende ontdooid om het aan te kunnen. We zijn pas om zeven uur klaar en ik struin dus meteen door naar de eetzaal. Daar zit Alan op zijn iPad te werken in afwachting van het ‘set menu’ van vandaag: witte rijst, een kipschotel, bloemkool met een kaassausje, geroosterde spinazie en papadams. De eetzaal is dit keer niet helemaal leeg: en zijn zes gasten die ook hier eten.

Even later voegt ook Mahendra zich bij ons en voor Alan is het bijna tijd voor zijn volgende en laatste afspraak van vandaag.

Mahendra vertelt dat het hem eindelijk gelukt is om een als maar uitgesteld verlof te plannen. A.s. maandag, de 15e, gaat hij 5 dagen naar zijn oom en grootmoeder in Thimpu gaat. Ik zal hem missen! Maar hij gaat het zo regelen dat de excursie van Alan en mij naar Thimpu in die periode valt en dan gaan we elkaar daar zien. Voor zijn vertrek gaat hij het regelen dat ik met vier van de afdelingshoofden een sessie van een uur krijg waarin ik  wat communicatie oeoefeningen met ze kan doen.

Ik merk dat de vermoeidheid weer toeslaat. Mahendra kan het zien. We breken dus direct na het eten op. In mijn kamer heb ik nog net genoeg puf voor mijn Wordfeud-beurt en het bijwerken van mijn blog tot hier. Het is bijna tien uur. Nog even een paar e-mailtjes en dan vind ik het welletjes voor vandaag!

 

WOENSDAG 11 FEBRUARI

In ons gezellige paviljoentje laat ik vandaag de meisjes kennismaken met de hot seat  (één persoon zit in een stoel, de anderen komen één voor één langs en zeggen eerst wat ze niet bevalt aan die persoon en daarna wat ze leuk, mooi, lief of bijzonder vinden). Nou, dat is me een gegiechel en gedraai! Ze zijn helemaal niet gewend om rechtuit tegen iemand iets te zeggen wat je niet bevalt aan die persoon.Dus anders dan bij ons krijg ik er niet meer dan één of twee punten van kritiek p.p. uitgeperst . Nou moet ik ook zeggen dat de mensen hier over het geheel genomen duidelijk minder sjaggerijnig, gestressed en veroordelend zijn dan bij ons…

Zelf kom ik er ook bekaaid af  qua minpunten: ik draag te dunne kleren (zij lopen hier allemaal rond in van die gewatteerde windjacks) en ‘I expose my naked body shamelessly in front of other people’. Aan de positieve kant daarentegen raken ze niet uitgecomplimenteerd.

Uiteraard gooi ik vervolgens in de massagekamer vrolijk al mijn kleren uit en maak in mijn blootje een dansje rond de massagetafel. Gelukkig, ze kunnen er al om lachen en hebben niet meer de neiging om weg te duiken of de kamer uit te rennen! De dames mogen zich nu heerlijk uitleven op mijn beide zijkanten. Ze krijgen het al aardig in de vingers! En ik voel me na afloop heerlijk ontspannen.

Dan zit ik weer alleen in de grote lege eetzaal, na een lekkere Indiase lunch. Er zijn vandaag – na een paar dagen met nauwelijks of geen gasten – 49 Indiërs gearriveerd voor twee nachten. Dus het menu is aangepast. Maar het hele gezelschap eet blijkbaar in het ‘beach restaurant’.

Even later voegen Alan en Mahendra zich bij mij. Het gesprek gaat deze keer over cultuur en politiek.

Buthan is in het verleden regelmatig in oorlog geweest met Tibet.Sinds China Tibet heeft veroverd is dat voorbij. Niettemin worden er door de Chinezen af en toe ook stiekem stukjes land van Bhutan ingepikt aan de noordgrens in de Himalaya, waar niets aan te doen schijnt te zijn. De opkomst van China resulteert overigens ook in economische infiltratie: 30% van de gasten van Tashi Namgay is nu Chinees. Ze komen vaak met grote groepen en zijn erg luidruchtig, wat soms irritant is voor de andere gasten. Ook wordt er veel geïnvesteerd door China.

Met India heeft Bhutan goede betrekkingen. Er wordt uit dat land veel geïmporteerd, met als gevolg dat de schuldenlast hoog is opgelopen. Deze proberen ze nu te verlagen door de levering van elektriciteit. Er wordt in Bhutan veel stroom gewonnen uit het verval van de rivieren en bergstroompjes. Elektriciteit is dan ook hun voornaamste exportproduct.

Uit buurland Nepal zijn in de vorige eeuw veel werkkrachten aangetrokken. Maar onder de 4e koning (de vader van de huidige) is het beleid veranderd, omdat de toevloed van Nepalezen de pan uit rees. Het schijnt dat de regering tegen het eind van de vorige eeuw het merendeel van de ‘platneuzen’ met zachte drang het land heeft uitgewerkt.

Wat het koningschap betreft: anders dan in Nepal (waar tien jaar geleden de koning is vermoord, met desastreuze gevolgen voor het land, dat kennelijk verscheurd wordt door economisch verval en terreur) is in Bhutan weinig of geen weerstand tegen het koningshuis (ik vermoed overigens dat dat ook wel te maken heeft met dat er korte metten worden gemaakt met elke vorm van oppositie). Wel ziet het er naar uit dat de macht van de regering groeit, waardoor het koningschap geleidelijk aan meer een symbolische functie krijgt, zoals dat ook het geval is in Europa. De huidige koning is wat minder populair dan zijn (veel krachtiger) vader, maar nog steeds zeer geliefd. Hij doet ook zijn best om de band met zijn volk te versterken, door veel rond te reizen (met een rugzak op zijn rug) en persoonlijk contact te maken met mensen uit afgelegen gebieden.

Na een kleine siësta ga ik weer verder met foto’s, de update van het Spa-menu en de feedbacklijst.

‘s Avonds tijdens het diner neemt Mahendra het dappere besluit om vrijdag op de massagetafel te komen liggen. ‘Wel met onderbroek en boxershorts aan – en alléén de rug!’, waarschuwt hij. ‘We zullen zien’, glimlach ik met een knipoog.

Thuis in mijn kamer doe ik alleen nog een spelletje WordFeud. Om kwart over elf vallen mijn ogen dicht en kan ik nog net het licht uitdoen.

DONDERDAG 12 FEBRUARI
Om kwart over zeven word ik na een diepe slaap wakker uit een gruwelijke droom. Mijn zus Marijke vertelt me dat er in haar buurt een moord heeft plaatsgevonden. De moordenaar heeft twee kleutertjes gewurgd en de ogen uitgestoken. Plotseling bevind ik mij in een film van het gebeurde, waarbij ik tegelijkertijd door de ogen kijk van de moordenaar,  de slachtoffertjes en de oppas, die het hele gebeuren hulpeloos moet aanzien.
Als ik een beetje ben bijgekomen van dit drama, draai ik me om en gun mezelf nog drie kwartier van rustiger slaap.
Om acht uur maak ik een kopje stoelgangthee (ik heb een kleine  aambei die soms bloedt, en wil mijn ontlasting dus wat zacht houden), schud mijn kussens op en beantwoord een paar e-mailtjes.
Er is geen warm water, dus ik doe een kattenwasje aan de wastafel. In de eetzaal ben ik alleen (met drie bediendes). Sanghe Rinzin brengt mij koffie in plaats van thee en vergeet vervolgens het theelepeltje en mijn servet. De zoutpot is leeg en Dorje roostert mijn toast te licht. Maar uiteindelijk geniet ik toch van heerlijke spiegeleieren en toast met kaas en jam.
Alan komt er nog even bij zitten. Hij heeft met zijn camera in de aanslag op het balkon gezeten, in afwachting van het vliegtuig dat rond deze tijd moet landen. Hij wil zo’n spectaculaire landing op een superkorte landingsbaan graag filmen. Maar het vliegtuig wil niet komen.
Nadat hij voor de tweede keer naar buiten is geweest en weer binnenkomt, horen we ineens de scheurende remmen. ‘Merde!’, wéér te laat…
Dan moet ik plotseling naar de w.c. rennen. Oeps! Een heftige aanval van diarrhee. Mischien toch iets teveel stoelgangthee gedronken :-).
Maar het kan ook een opleving zijn van de amoebedystentrie, die ik ooit in India heb opgelopen (daar schijn je nooit meer helemaal vanaf te komen) en die zich in Europa koest houdt, maar in Oosterse landen af en toe gereactiveerd wordt. Gelukkig geen heftige buikkrampen.
Samen wandelen Alan en ik naar onze respectievelijke kamers. Onderweg bewonderen we de craftsmanship van de werklui die de De Luxe cottages renoveren Al van verre hoor je ze zingen.  In twee dagen vervangen ze hele dakranden, inclusief de gedetailleerde houtbewerking en de geschilderde details. We geven ze een compliment,  maken een praatje met ze en schieten wat foto’s. Het is me opgevallen dat de meeste Bhutanezen er geen bezwaar tegen hebben om gefotografeerd te worden.

Thuis tref ik Dauwa het kamermeisje aan, die bezig is mijn kamer de dagelijkse  schoonmaakbeurt te geven. Ik bedank haar voor haar goede zorgen en vraag of ik haar mag fotograferen. Dat vindt ze prima, maar wel wil ze eerst even checken of haar haar goed zit… Wat dat betreft is er niet veel verschil tussen de Bhutanese en Westerse dames!

Zo, nu eerst even online mijn blog updaten. Daar ben ik een klein uurtje mee bezig. Als ik de tekst opsla merk ik dat  behalve de eerste drie regels alles wat ik heb geschreven verdwenen is. Hoe kan dat nou? Ik kijk of er een vorige versie automatisch is opgeslagen, maar nee hoor.

Ik slaak een diepe zucht en begin opnieuw. Af en toe even checkend of de opslagfunctie nu wel werkt. En gelukkig is dat zo.
Als ik bijna klaar ben is de batterij leeg en treedt net de automatische Windows update in werking. OK, ik leg de Vaio maar weer even aan de tiet. Het is alweer bijna etenstijd en in de twintig minuten die mij nog resten verzend ik nog wat fotobatches van mijn Galaxy naar de computer.

Bij de lunch zie ik Alan en Mahendra in gesprek. Ze wenken mij om erbij te komen. Alan luncht niet (hij wil zijn buikje kwijt) en Mahendra is net klaar met zijn maaltijd. Hij blijft niet lang. Ik zie dat het werk aan hem trekt. Naast de 49 Indiërs zijn er vandaag ook 10 Europeanen bijgekomen, dus er valt veel te regelen.

Alan is er intussen in geslaagd om een opname te maken van een landend vliegtuig. Maar helaas is de helft ervan mislukt, doordat hij teveel had ingezoomd. Hij verhuist naar de lange tafel achter mij, waar tien van zijn pupillen wachten op zijn lezing over wijn.

Nu heb ik rustig even de tijd om te genieten van de champignons met kaassaus (uiteraard mijn lievelingsgerecht hier, de komkommer met mayonaise, de papadam (waar ik ook dol op ben) en een heerlijke mango juice.

Als ik klaar ben vraagt Alan mij om wat foto’s te nemen van de wijnproeverij en zelf ook een paar slokjes te komen nemen. De meeste Bhutanezen drinken niet, of soms alleen bier. Maar ze moeten de verschillen tussen de wijnsoorten leren en weten welke wijn waarbij geschonken kan worden. De Bhutanese wijn is volgens hem niet veel soeps. Hij is goedkoop en er zitten chemicaliën in en veel suiker. Hij is van plan om op de markt in Thimpu te kijken of er geen betere soorten zijn. Voorlopig raadt hij de manger aan om toch ook maar wat Franse wijn aan te schaffen.

Ik proost even mee en geniet van de vieze gezichten die de jongens en meisjes trekken.

Daarna ga ik weer terug naar mijn kamer. Inmiddels is het half vier en tijd voor mijn middagdutje. Vandaag is het voor het eerst sinds mijn aankomst zwaar bewolkt en het regent zelfs een beetje. Meteen is het ook een stuk kouder, dus het is geen straf om weer even lekker onder de wol te kruipen. Ik maak een lekker kruikje, werk mijn blog nog even bij en om vier uur ga ik een half uurtje plat.

 

MAANDAG 16 FEBRUARI

De afgelopen vijf dagen werd mijn aandacht zozeer in beslag genomen door ‘hier en nu’, lesgeven en de finetuning van het spa-menu en de suggetie-lijst, dat ik niet aan mijn dagboek ben toegekomen.
Wat is er zoal gebeurd in de tussentijd?

Het weer is weer opgeklaard. De regenval was maar van korte duur en de volgende dag scheen de zon weer – tot en met vandaag. Wel is het in de ochtend soms wat nevelig en dus ook wat frisser. Op de toppen van de noordelijke bergen ligt sneeuw.

Mahendra is gisteren naar zijn grootmoeder en neef in Timpu vertrokken. Vijf dagen verlof. Dat had hij al veel eerder had zullen nemen, maar hij heeft het alsmaar uitgesteld. Het is nu of nooit, want vanaf begin maart is het waarschijnlijk weer volle bak. Ik mis hem nu al!

Alan is ten prooi gevallen aan een heftige keelontsteking. Veel pijn bij het slikken. Kan sinds gisteren niet meer praten (dat is ook wel lekker rustig, even :-)).

Met de meisjes ben ik begonnen met de review van het hele programma dat we hebben afgewerkt. De warming-ups in het paviljoentje zijn steeds gezelliger. Ze genieten van de Flowering-achtige oefeningen die ik met ze doe en vertellen onbevangen over vriendjes, familie en toekomstdromen. Tjewang wil later haar eigen hotel beginnen. Sonam wil vooral een vriendje met een auto – en later een gezin met kinderen. Tsjewang heeft al een vaste partner (kinderen hoeft van haar niet zo nodig) – en een goeroe, met wie ze verder wil op het pad van zelfrealisatie.

Wat mij behoorlijk in een dilemma bracht is, dat ze een paar dagen geleden vertelden dat ze naar het vijf-sterrenhotel in Paro zijn geweest om te solliciteren. (ik kan het ze niet kwalijk nemen, want een aantal randvoorwaarden voor het personeel zijn hier verre van ideaal).

Het ziet er naar uit dat de mensen daar voor hun Spa wel oren hebben naar in drie dames die een flink arsenaal en ruim twee jaar ervaring in hun vingers hebben. Ze kunnen daar een hoger salaris krijgen. Maar moeten dan wel zelf woonruimte zoeken – en betalen – in de buurt. Niet alleen het hogere salaris is aantrekkelijk, maar ook de personeelsaccommodatie schijnt een stuk gerieflijker te zijn. En… ze zitten daar in Paro zelf, dus minder opgesloten dan hier in Tashi Namgay.

Tja… moet ik dat nou wel of niet doorvertellen aan Mahendra en Karma?

Zij hebben nogal wat geïnvesteerd in mijn komst hier. En dan zitten ze straks wellicht met een lege spa… De gedachte maakt me verdrietig.

Nou, ik laat het nog maar even rusten. Misschien kan ik op een goed moment wel een zachte hint geven dat ze wat meer moeite zouden kunnen doen om hun Spa-personeel( tevreden) te houden.

Na een aantal dagen’ leegstand’ kwam er eergisteren (op Valentijnsdag) een groep van 53 jolige Fransen uit Nîmes/Sètes binnenvallen. Leden van de Association ‘Culture en Liberté’, opgericht door geestige groepsleidster Sylvie. Zij maken een cultuurtour van drie weken en zijn via Kathmandu en Darjeeling hier beland. Alain en ik hadden meteen een leuk contact met een aantal van hen. Leuk om mijn Frans weer wat op te halen en blij dat Alain (die toen nog kon praten) erbij was om de gaten op te vullen. Gisterenavond moest hij afhaken vanwege zijn keelpijn.

Overdag waren ze naar het Tiger’s nest geweest, een uitdagende trip met 700 traptreden de berg op in anderhalf uur tot twee uur.

Een viertal van hen kwam ook een massage halen, die erg goed viel.

Na wat gesprekjes hier en daar kreeg ik aan het eind van de avond een halve fles wijn van ze cadeau en een getuigschrift voor Alain en mij voor de benoeming tot ‘Chevalier de l’Ordre du Verre à Dent – pour la Défense de la Liberté de boire un petit coup nulle part et partout, exclusivement pour le plaisir’.

Eerder op de avond, aan het begin van het diner werd ik uitgenodigd door drie oudere dames uit North Carolina. Alle drie weduwen en lid van een supportgroepje van 8. Een advocate, Diana, een vertaalster, Claire, en een health food freak (à la Jheel: ze leed hevig onder de afwezigheid van full grain brown rice hier in het Oosten). We hadden geanimeerd gesprek over retirement, relaties, alleenzijn en familiebanden.

Alan zat zielig, ziekig en alleen en aan ‘onze’ tafel en vertrok al snel naar zijn kamer. Vandaag ik hij na het ontbijt ook meteen weer naar bed gegaan.

Zelf was ik uitgenodigd om bij de wekelijkse stafbespreking aanwezig te zijn. Die werd geleid door Pema, in de conference room boven het restaurant. Een ongezelllige ruimte en een nogal serieuze bedoening. Iedereen kan in principe zijn zegje doen, maar het kwam er vooral op neer dat een jongen die iets te laat binnenkwam en kennelijk ook in de keuken iets fout had gedaan streng terecht werd gewezen.

Mijn beurt bestond uit het melden van een aantal onvolkomenheden, het plannen van coaching- en massagesessies met de drie afdelingshoofden en het maken van een afspraak met Pema voor vanmiddag. Pema is assisten-manager en de rechterhand van Mahendra. Nu Mahendra er niet is (en Karma ook schittert door afwezigheid) zwaait zij hier de scepter. Ze wordt door deze en gene ondergeschikte afgeschilderd als een soort Margaret Thatcher.

Na de lunch begin ik met het bijwerken van mijn blog. Ik schrijf het in Word, want het internet heeft het weer eens begeven.

Stipt om vier uur belt Pema aan mijn kamerdeur. Ze is snipverkouden.

Ik nodig haar uit om het zich gemakkelijk te maken. Ze schuift de enige stoel in de kamer naast mijn bed. Zelf ben ik in kamerjas en ik nestel mij weer in de kussens, met mijn laptop op schoot voor aantekeningen.

Het uur daarna vertelt ze over haar werk, de dingen waar ze blij mee is en de uitdagingen en de uitdagingen/zorgen die haar verantwoordelijke job ook met zich meebrengt. Ik stel af en toe wat vragen en zie haar steeds meer opengaan en ontspannen. Hoezo, Margareth Thatcher? Een honneponnetje…

Vervolgens kom ik met mijn voorstellen voor en uitleg over coaching, massage, de hot seat, yoyoyoga, kundalinimeditatie en ontluchtingsoefening, zowel voor de supervisors als voor de staf. Ze is helemaal in voor al deze nieuwe experimenten en vooral over yoga is ze laaiend enthousiast.

We spreken af dat zij als eerste een massage krijgt vanavond om negen uur.

Vanaf morgen komen dan successievelijk de anderen aan de beurt.

Morgen om drie uur beginnen we dan ook maar meteen maar met een hot seat voor supervisors, in het bibliotheekpaviljoen. Zij wil wel als eerste op de stoel.

Bij het afscheid om kwart over vijf huggen we en mag ik ook een foto van haar nemen, ondanks haar verkoudheid.

’s Avonds voor het diner wip ik nog even aan bij de meisjes, die de de extensies van vanochtend zelfstandig hebben toegepast op Pema Zangmo, die ze nog niet had ervaren. Na het diner (buffet vandaag, vanwege 35 nieuwe gasten) met een lekker glas wijn doe ik een klein dutje. Dan krijgt Pema haar massagesessie, Sonam is inmiddels ook bezweken aan de griep, dus ik werk samen met Tsjewang en Pema Zangmo.

De meisjes beginnen met een warming-up, daarna kom ik erbij met wat selectieve Esbima extensies (ze heeft vooral last van haar knieën). Pema geniet zienderogen, ook al moet de sessie af en toe onderbroken door neus snuiten en telefoontjes over de internetreparatie: eindelijk is de monteur gearriveerd die er vanmiddag al zou zijn. Rond kwart over tien laat ik de meisjes samen afronden en Pema begeleiden naar de stoomcabine.

Zelf ga ik naar mijn kamer, om nog wat televisie te kijken en deze regels te schrijven. De nacht is helder en fris maar niet koud. Er is geen maan te zien, maar er fonkelt een lichtende ster aan de hemel.

Thuis blijkt het internet  het nog steeds niet te doen. OK, dan nog maar even wachten en zien hoe het morgen is. Ik nestel mij in bed en tegen twaalven twaalf doe ik na een vlotte schrijfsessie met een tevreden zucht van verlichting het licht uit.

 

DINSDAG 17 FEBRUARI

Vijf minuten vóór de wekker afgaat word ik wakker. Ah… die zon, als ik de gordijnen open doe.

Eerst maar even mijn blog op de website zetten (gisteren vlak voordat ik het licht uitdeed, deed het internet het ineens weer).
Vandaag begin ik om half elf met de meisjes. Het wordt een drukke dag, met de hot seat, een coachingsgesprek en een massage met Chimmy.

En dan ben ik nog niet eens begonnen met het maken van een handboek (en een diploma!) voor de dames…

 

Vandaag krijg ik om vier uur Chimmi de restaurantsmanager voor een coachingsgesprek. Daarna krijgt ze meteen een massage van een uur. De komende dagen komen successievelijk alle supervisors aan de beurt. En we gaan ook nog een ontluchtingsworkshop doen en voor de liefhebbers een yoga/kundalini sessie.

Om half elf begin ik met de meisjes. In het paviljoen lees ik een stukje voor uit deel 7 van de Dhammapada, commentaren van Osho op de sutra’s van de Boeddha’s. Over dat je geen soulmate zult vinden als je niet eerst je eigen ziel hebt gevonden. Met uiteraard ook weer een paar treffende moppen erbij.

We werken tot kwart voor één. Na een korte pauze, een lichte lunch en een catnap van tien minuten is het tijd voor de hot seat workshop in het paviljoen. Er zijn twee kamermeisjes, twee jongens van de bediening, een meisje van de receptie, Tsjewang, één van mijn pupillen die nu getraind wordt tot supervisor en Chimmy, die gaat over keuken en restaurant. Zij zal aansluitend een uur naar mijn kamer komen voor een gesprek en daarna een massage krijgen.

Tja, hoe zullen we beginnen… Ik laat ze eerst maar eens een kring maken van de gemakkelijke rieten stoelen. Na een korte inleiding en uitleg over het doel van onze samenkomst nodig ik ze uit om als introductie één ding te noemen wat ze goed vinden van zichzelf en één ding waar ze een oordeel op hebben.

Tjonge, wat heb ik van ze gevraagd… Eén van de kamermeisjes verbergt zich half huilend achter haar hand en lijkt zeven doden te sterven. Anderen lachen gegeneerd of zitten als versteend op hun stoel. Gelukkig heeft Tshewang deze oefening al eerder gedaan en zij bijt de spits af. Daardoor kunnen de anderen enigszins ontspannen en met wat geduld en aanmoediging komt iedereen uiteindelijk toch met een tweetal overtuigingen over zichzelf.

Om ze wat in beweging te krijgen geef ik vervolgens een demo van de tweede fase van de dynamische meditatie: uit je dak gaan. Dat is duidelijk nog nooit vertoond en degenen die niet meespringen liggen in ieder geval in een deuk van het lachen. Mooi zo. Daarna gooien we de stemmen los, met vooral veel dierengeluiden, wat voor nog meer hilariteit zorgt. We vervolgen de warming-up met gekke bekken trekken, wat een aantal toch wat te ver gaat. OK, dan maar even wat ruggenwrijven. Dat gaat goed. Ook lukt het ze om een minuut in elkaars ogen te kijken en dan te zeggen wat ze zien of voelen.

Tot slot komen we dan toch nog toe aan de hot seat voor twee van de aanwezigen die de stoute schoenen aantrekken. Anders dan in Nederland bij de Flowering groepen krijgen de deelnemers nauwelijks meer dan één negatief en één positief geluid per persoon uit hun strot – en ook het in de ogen van de ander kijken bij het uitspreken van je mening valt niet mee. Maar ik weet wel dat deze mensen – en ik – het afgelopen uur een ervaring hebben gehad die we niet gauw zullen vergeten…

Dan gaan Chimmy en ik naar mijn kamer, waar weer een boeiende uitwisseling plaatsvindt over werk en leven.

De massage die ze vervolgens van de meisjes en mij krijgt is voor haar een soort initiatie (de massages die ze lang geleden ooit eerder heeft gehad hebben ervoor gezorgd dat ze een afkeer heeft van aanraking.

Met zachtheid en toewijding lukt het ons om haar dit keer iets anders te laten beleven en althans iets van de geïsoleerde compartimenten van haar lijf tot elkaar te krijgen.

Daarna is het genieten van een welverdiende maaltijd – een gloeiende sizzler met stukjes kip, champignons, speciebonen en rijst – in gezelschap van Alan, die tot zijn vreugde zijn stem weer terug heeft en daar meteen weer dankbaar gebruik van maakt…

Morgenavond na het eten is hij aan de beurt voor een massage. Langzamerhand heeft zijn nieuwsgierigheid het gewonnen van zijn scepsis en weerstand.

’s Avonds in bed verdeel ik mijn tijd tussen kijken naar het laatste deel van De Ban van de Ring (voor de tweede keer en weer net zo spannend) en – in de reclamepauzes – mijn blog.

En nu is het kwart voor één en de hoogste tijd om weer even te verzinken in zoete vergetelheid.

 

WOENSDAG 18 FEBRUARI

Zoete vergetelheid? Nou, vergeet het maar!. Zeker tot drie uur wentel ik mij klaarwakker van de ene zij op de andere. Niet onaangenaam trouwens, maar wel met af en toe een zorgelijke gedachte over slaapgebrek straks, omdat ik graag weer fit wil zijn voor de sessies van vandaag.

Niettemin word ik een uur voordat de wekker afgaat wakker, met zin in de dag. Omdat het internet het niet doe begin ik maar met het plaatsen van de eerste foto’s in het Esbima handboek voor de meisjes.

Aan het ontbijt treft ik een mismoedige Alain. Hij had het vannacht opnieuw behoorlijk te kwaad, en meer dan ooit. Een brandende pijn van zijn keel naar zijn borstgebied. Bang dat er wellicht weer iets mis gaat met zijn hart is hij toch maar begonnen met antibiotica, om de vier uur, naast de iboprufen en de anderen medicijnen die hij regelmatig inneemt. Hij is de laatste dagen veel bezig met op het internet (als dat het af en toe even doen) kijken welke medicijnen wel en niet met elkaar kunnen.

Hij is niet gewend om ziek te zijn en vindt het onuitstaanbaar dat hij hier nu niet gewoon zijn werk kan doen. Voelt zich bezwaard over alle ondersteuning en verzorging die hij krijgt van de staf. ‘Ik wil er juist voor hén zijn!’.

Alain is overigens niet de enige die ziek is. Veel van de mensen hier lopen te snotteren, te hoesten en te proesten. Ik prijs mezelf gelukig dat ik tot nu toe de dans ben ontsprongen. Mogelijk heb ik dat te danken aan de multivitaminen, de glucosamine en de omega3 forte die ik elke dag inneem.

Het enige ongemak dat ik in het begin heb gehad is een kleine aanmbei, die af en toe bloedde (mijn ontlasting was wat hard. Maar die is nu gelukkig weer weg, mede dankzij de stoelgangthee. Verder ben ik blij met de pot met zuiveringszout (natriumbicarbonaar dat ik heb meegenomen. Een half theelepeltje in een glas water is meestal afdoende als ik na het eten last heb van maagzuur.

Alain en ik hebben het over doodgaan in het buitenland. Op onze leeftijd kan de dood elk moment toeslaan, waar ik mij ook zeer wel van bewust ben (ik heb altijd mijn geplastificeerde lijstje met gegevens en te bellen telefoonnummers bij me). Waar kies je dan voor: crematie ter plekke, of repatriëring van je lijk voor een eventuele begrafenis. Maar ja, wie wil je het aandoen om die stoffelijke resten in ontbinding te laten  weg te werken… En een graf schept wellicht een gevoel van verplichting tot onderhoud dat je je vrienden en familie niet gunt. Het ergste vindt hij het idee dat zijn zoon opgescheept wordt met het opruimen van zijn onoverzienbare berg spullen en administratie.

Het doet Alain goed om even te ontluchten. Maar na het ontbijt gaat hij toch maar weer plat.

Als ik het kantoortje van de Spa binnenstap, zit daar een nieuw meisje Tshering – een vriendin van de andere drie – dat zich wil aansluiten bij de les. Ik had al vernomen dat ze in aantocht was. Ook een lieverdje zo te zien. Zij heeft geen massaageopleiding gehad, maar heeft wat technieken geleerd van collega’s in de Spa van een Bhutanees hotel zo’n vier uur hier vandaan, waar ze een jaar heeft gewerkt.

Toen ze trouwde moest ze daar weg. Kort daarna was het huwelijk ook voorbij omdat haar man zich niet tot één vrouw kon beperken.. Ze heeft een paar jaar thuis gezeten, maar wil zo langzamerhand weer eens aan de slag. Inmiddels heeft ze een nieuwe vriend, die toeris guide en D.J. is in Paro.

Eerst doen we in het paviljoen een warming-up van zwieren, springen en ruggenwrijven. Vervolgens doe ik Yoyo-yoga met ze en daarna beginnen ze spontaan elkaar in bochten te wringen en te kraken met aanta Thaise massageoefeningen.

Vervolgens gaan we in de massagekamer verder met de review, waarbij Tshering mag toekijken.

Om één uur ga ik naar mijn kamer om te zien of het internet het weer doet, want ik wil deze update – die ik in Word type – graag op mijn website zetten. Maar nee, hoor. Er is nog geen verbinding.

Oeps… dat laatste kop koffie en die melige appel had ik beter niet kunnen drinken want ik moet spontaan naar de w.c. rennen om over te geven. Hè, dat lucht op!

Ik werk nog even aan het Esbima-handboek en word om twee uur gebeld dat mijn lunch klaar is. Ach,… helamaal de tijd vergeten, ik zou om kwart voor twee in het restaurant zijn – en de jongens willen graag hun break hebben, maar moeten altijd blijven tot de laatste lunchgast weg is. En ik ben – zoals meestal met de lunch – de enige gast.

De lichte lunch van heldere soep, twee papads en komkommer gaat het goed in: mijn maag is immers weer leeg :-).

Ik hervat mijn werk en ga om drie uur even plat, in afwachting van Ughyen, hoofd van de huishoudstaf, die om vier uur een coachingsgesprek heb.

Als ik net in slaap ben gaat de deurbel. Daar is ze al! Het is kwart over drie. Ik trek de het laken en de deken omhoog over mijn blote lijf en laat haar binnenkomen. Na een kort kennismakingsgesprekje (ik heb haar wel al een paar keer gezien maar nog niet gesproken) waarin ze aangeeft dat ze na afloop van onze sessie liever geen massage wil, vraag ik haar om mij nog even mijn siesta te kunnen en over drie kwartier terug te komen.

Aldus geschiedt. Ik zet de wekker op zeven voor vier – zodat ik tijd heb om mij nog even op te frissen – en val in een heerlijke diepe slaap, waaruit ik verkwikt wakker word.

Als we ons hebben giïnstalleerd vraag ik haar waarom ze niet gemasseerd wil worden. Het blijkt te maken te hebben met een imprint van massages – ooit gegeven door een paar vriendinnen – die veel te hard waren en waar ze een allergische reactie van kreeg.

Dit is een begin van een gesprek waarin ze allengs ontdooit en vertelt over de moeite die ze heeft met haar huishoudstaf van elf meisjes/vrouwen. Ooit werkte ze hier zelf als kamermeisje en een aantal van haar vroegere collega’s weigeren haar als autoriteit te zien en saboteren bij het leven. Waarschuwingen helpen niet en ze vindt het moeilijk om ze te ontslaan, waartoe Mahendra haar carte blanche heeft gegeven (na drie waarschuwingen). Eén meisje heeft inmiddels haar laatste waarschuwing gekregen en is vervolgens vijf dagen met verlof gegaan. Zaterdag komt ze terug en Ughyen hoopt dat ze dan zelf ontslag zal nemen, want anders zal ze toch op haar strepen moeten gaan staan…

Na afloop van ons gesprek weet ik haar alsnog te verleiden tot een korte Time-out Touch stoelmassage in mijn kamer. Haar kleren mag ze aanhouden…:-), haar haren mag ik losmaken.

Aaah, wat een genot om iemand onder je handen te voelen ontspannen… Als ze na twintig minuten weer terug is op aarde en mij aankijkt weet ik dat haar gefixeerde visie op massage is veranderd en ik voel me dankbaar.

Als ze weg is kijk ik weer even of ik wifi-verbinding heb. En ja hoor, het doet het! Daar maak ik snel gebruik van door mijn blog te uploaden. Zo, nu is iedereen weer op de hoogte. Al snel gaat de verbinding weer wapperen.

Maar het overzetten van foto-batchesvan mijn camera naar mijn laptop – wat aanvankelijk geen problemen gaf, maar sinds 15 februari stagneert – lukt nog steeds niet. En het vervelende is dat ik de pas gekochte kaarthouder voor mijn camerachip thuis heb laten liggen. Anders had ik zo de hele afbeeldingeninhoud kunnen overzetten op de Vaio.

Nou ja, dan moet ik maar beginnen met keuzes te maken uit eerder geïmporteerde batches.

Tijdens het diner zie ik Alain weer. Hij zieter iets beter uitziet dan vanmorgen. Wel vraagt hij mij of we de massagesessie die hij vanavond om negen uur zou hebben nog even mag uitstellen tot overmorgen. Dat komt mij goed uit, want ik heb veel zin om lekker in mijn bed naar een film te kijken. Ook de meisjes zullen wel blij zijn dat ze wat eerder kunnen afknocken.

En zo laat  ik me heerlijk meevoeren in de spannende avonturen van ‘Mission Impossible’ en ‘A Beautiful Mind’. Om twee uur zak ik tevreden onderuit en neemt de slaap mij mee naar weer andere werelden…

 

DONDERDAG 19 FEBRUARI

Vandaag begint hier in Bhutan (net als in China) het nieuwe jaar. Alle  mijn zusje Joyce jarig. Ik ga later op de dag kijken of ik haar kan skypen. Dat hangt natuurlijk van de onvoorspelbare wifi-verbinding af… En anders maar een What’s App’je – op een moment dat ik even verbinding heb.

Aaah… die heerlijk stortdouche! Ik kan er haast niet onder vandaan komen. Pas tegen half tien ben ik in de eetzaal. Alain is al klaar en staat op het punt om evaluatie ronde  te doen met Ughen, het hoofd van de huishoudelijke dienst.

Ik sta op het punt om de locale pap maar eens uit te proberen als ik een gezicht zie opdoemen dat mij vaag bekend voorkomt. Het duurt een fractie van een seconde voordat ik me realiseer dat  het is Karma Jigme is, de eigenaar van het hotel,  die ik sinds ik hier ben nog maar twee keer gesproken heb. Hij was de afgelopen zeven dagen voor zaken elders in Bhutan. En bij terugkeer zit hij meteen weer met allerlei dingen die geregeld moeten worden, zoals een paar schilders die zijn afgenokt vanwege Nieuwjaar en de verjaardag van de koning. Het schijnt dat met ingang van vandaag iedereen vijf dagen vrij heeft, behalve de mensen in de private sector, zoals dit hotel. Dus Karma is gedoemd om een aantal dingen gewoon even on hold te zetten tot volgende week dinsdag.  Maar… dat geeft hem tijd om met Alain en mij afspraakjes te maken voor het bespreken van de suggesties die we hem kunnen aanreiken.

Hij vraagt of hij bij mij aan mag schuiven voor het ontbijt. Het wordt een gezellig en vruchtbaar gesprek, waarbij hij zienderogen ontspant. Onder andere plannen we voor mijn laatste dagen hier nog twee uitstapjes: één naar Thimpu (dat is er nog niet van gekomen) en één (op mijn verjaardag) naar hettTiger’s Nest, dat beroemde klooster dat tegen de rotsen zit aangeplakt (700 treden klimmen, dat is zo’n anderhalf uur – en dan ook weer terug).

Hij is ook in voor een massage. Hij heeft hier in zijn eigen resort nog nooit een massage gehad en dat vind ik natuurlijk niet kunnen.

Al gauw zie ik dat ik de meisjes moet laten weten dat onze les vandaag wat later begint en ik vraag één van de bedienden om ze te bellen. Pas om kwart over elf loopt Karma met mij mee naar de Spa, waar de meisjes druk doende zijn met de voorbereidingen voor mijn hot Stone bath van vanavond (die zo’n vier uur in beslag nemen). Dat heeft  Pema voor me geregeld, want Mahendra wil graag mijn feedback over dit oeroude badritueel dat op het Spa-menu staat.

Als ik tenslotte om half twaalf met de meisjes in het paviljoen zit, besluit ik ze allen maar wat te laten spelen met het anatomieprogramma, dat onze nieuwe aanwinst Tshering nog niet heeft gezien. Heerlijk om te zien hoe ze genieten van die ontdekkingsreis door het menselijk lichaam.

Om half één geef ik ze congé – het is uiteindelijk nieuwjaarsdag, en ze moeten om drie uur alweer verder met hout sprokkelen en stenen verzamelen (de rivierbedding is één en al en rondgeslepen stenen en keien die van de bergen afkomen).

Na de lunch stuur ik een What’s App’je naar Joyce – het internet doet het nog steeds niet – en dan heb ik nog drie kwartier om te rusten voordat Denka van de afdeling Inkoop komt voor haar sessie. Ook zij komt lekker los en overwint haar angst voor aanraking op de stoel in mijn kamer.

Om half zes zou ik bij de meisjes zijn, maar het wordt vijf voor zes. Onze nieuweling geeft mij als warming-up een heerlijke rugmassage van een half uur en dan gaan we naar buiten, waar het vuur al lekker oplaait.in het donker en de stenen liggen te gloeien. Ik krijg het bad dat in het prieeltje staat, want het is net iets te koud voor de buitenbadkuipen.

De damp slaat van het water af en er moet eerst wat koud water bij voorat ik me langzaam in de houten kuip kan laten zakken. De stenen liggen in een apart compartiment aan het voeteneinde en geven geleidelijk aan hun hitte af aan het water, dat regelmatig wordt omgeroerd door Tshewang. Sonam masseert mijn schouders en Pem Zhongmo strooit kruiden, rock salt en lemongrass oil in het water. Ooooh, wat een zaligheid. Van Tshewang krijg ik een klein kommetje Ara aangereikt, de lokale sterke drank, die mij nu ook van binnen laat gloeien. Dan vraag ik Zhangmo om een Bhutanees lied voor me te zingen (bij haar Goeroe heeft ze badjans geleerd) en ik zweef weg op  de exotische klanken van haar welluidende stem…

Na afloop word ik liefdevol afgedroogd en dan zit ik nog even bij het vuur, waar ik kannis maak met de jongere zus van Tshewang en de echtgenoot van Pem Zhongmo, die hier vanwege de feestlijkheden een paar dagen komen logern.

De dag wordt afgerond met een heerlijke maaltijd boven in het restaurant, waar Alain en Karma al diep in gesprek zijn over de ups en downs van Tashi Namgay.

Ik heb moeite om mijn aandacht erbij te houden. De loomheid zit nog in mijn lijf. Bij het dessert vallen mijn ogen al bijna dicht en ik als ik mijn citroenthee op heb verontschuldig ik mij – en dan breken we ook gezamenlijk op.

Eenmaal in bed heb ik nog net puf om het relaas van de dag op te schrijven – en dan, tegen tienen, schuif ik mijn computer terzijde en krul me op onder mijn tijgerfleecedekentje.

Wat een dag!

 

VRIJDAG 20 FEBRUARI

 

 

 

 

.