16 JANUARI, ACHT DAGEN VOOR VERTREK
Dit was de bloemenweelde bij het jubileumfeest 20 Jaar Levenskunst.
De dag erna werd ik geveld door een verkoudheid die zelfs onder de tropenzon nog niet verdampt is is…
20 JANUARI
Zo zag de volle maan eruit toen ik de zondag vóór mijn vertrek met Henk in sauna Bussloo was.
22 JANUARI
Zo ging in de Oost-Peterstraat de zon op 2 dagen vóór mijn vertrek.
23 JANUARI
Zo zag mijn achtertuin er uit op de dag vóór mijn vertrek…
24 T/M 26 JANUARI: VAN DE WINTER NAAR DE TROPENZON… EEN REIS VAN 56 UUR
Na een redelijke nachtrust van zes uur is Henk donderdagmorgen al om 5.30 uur bij mij om me naar het station te brengen.
De dag ervoor heeft hij mij fantastisch geholpen met het inpakken van de grote koffer.
Dat was een hele klus, gezien de boodschappenlijst die mijn vrienden Peerke en Leny mij hadden opgestuurd: allemaal dingen die ze daar in de Filipijnen niet kunnen krijgen – zoals jonge kaas, dropjes, kaaskoekjes, amaryllis bloembollen, lady grey tea, tarwemeel, Nederlandse kranten en tijdschriften, rietsuikersiroop, en champagne – die ik met mijn verkouden kop van verschillende plekken in en rond Arnhem toch nog bij elkaar heb weten te sprokkelen.
Met mijn eigen spullen er nog bij weegt de koffer 22 kilo en is hij propvol. Gelukkig zitten er wieltjes onder. En ik ben intussen gewend aan het manoeuvreren met de twee rode koffers en mijn schoudertas.
De trein vertrekt om 6.16 en we zijn precies op tijd om nog een koffie te scoren bij de kiosk (dankzij het feit dat Henk weigert om mij als we al in de auto zitten nog even terug te laten gaan voor mijn tijgerdasje (dat ik overigens later toch blijk om te hebben, onder mijn witte shawl :-)). Maar dan is het ook meteen afscheid nemen, instappen en rijden.
Op het vliegveld sla ik beneden bij de AKO een stapel kranten en tijdschriften in voor Peerke en Leny (zelf ben niet meer zo geïnteresseerd in wat de media dagelijks aan ‘feiten’ en ellende over ons uitstorten) en onderneem nog een vergeefse speurtocht naar een verloopstukje voor mijn Samsung smartphone.
Omdat ik ruim op tijd ben is het nog rustig bij de incheckbalies.
Ik heb de vorige dag al online ingecheckt en kan dus met mijn boarding card meteen door naar de Baggage drop off. Daar krijg ik hulp van een aardige dame die mij nog even attent maakt op de dingen die niet in de koffer mogen zitten, zoals batterijen.
Ik weet dat er een paar batterijtjes in de grote koffer zitten, maar besluit mijn mond te houden: stel dat ik alles weer uit de koffer moet halen en het secure werk van Henk weer opnieuw moet gaan uitvoeren… Ik moet er niet aan denken!
Maar dan begint het malen in mijn kop…
Wat als de scan die batterijtjes ontdekt… Wat als de koffer wordt tegengehouden en niet in Manila terechtkomt. Wat als al die kostbare spullen Peerke en Leny nooit bereiken…
Ik ga terug naar de check-in dame en vertel dat ik me gerealiseerd heb dat er mogelijk toch een paar batterijtjes in mijn koffer kunnen zitten. Wat nu? Wat voor batterijen zijn het, wil ze weten. Nou, gewone lithium batterijtjes. Geen oplaadbare dus? Nee. Nou dan kan ze mij gerust stellen, geen probleem.
Ik slaak een zucht van verlichting en ga door de geautomatiseerde douanecontrole en de security (waar je tegenwoordig gelukkig niet meer je laptop uit je koffer of handtas hoeft te halen), waarna het bevrijde vakantiegevoel begint.
Voor de zonsondergang-aperitiefjes in Bulalacao koop ik nog taxfree een fles gin – en ontdek meteen dat Peerke gelijk had toen hij zei dat taxfree niet goedkoper is. De champagne die ik voor hem bij Gall & Gall in Velp heb gekocht is hier € 8,- duurder dan in de winkel.
Met een groepje Tsjechische mannen uit het bankwezen en de agrarische sector heb ik een gezellige conversatie onder het genot van zo’n mooie blonde Affligem, waardoor de tijd snel verstrijkt.
Dan op mijn gemak naar de gate, waar ze inmiddels al begonnen zijn met boarden. Ik wacht zoals gewoonlijk tot bijna iedereen binnen is, want ik heb een bloedhekel aan het gedrang in de cabine.
Er zijn veel Aziaten onder de passagiers. Naast mij zit een Chinese jongen met zijn vriendin. Hij heeft een mondkapje voor en moet tijdens de reis van ruim11 uur regelmatig heel veel hoesten. Van de weeromstuit hoest ik af en toe mee, want mijn griepje is nog niet helemaal uitgewoed.
We vertrekken met maar 15 minuten vertraging. Dat geeft hoop voor de overstap in Hong Kong, waar ik maar 55 minuten voor heb.
Amsterdam ligt onder de sneeuw.
Maar al gauw zitten we boven de wolken. En omdat we tegen de tijd in vliegen, loopt het al snel tegen de avond.
Het is een voorspoedige reis, met weinig turbulentie, een ruim aanbod van speelfilms (ik zie er twee, waarvan me alleen Christopher Robin herinner :-)) om de tijd te verdrijven en mijn heerlijke donzen hoofdkussen om af en toe heerlijk in weg te soezen.
Van tijd tot tijd bij een toiletbezoek wat rek- en strekoefeningen in het gangpad, om niet helemaal te verstijven.
De lacto-vegetarische maaltijden die ik heb geboekt zijn niet om over naar huis te schrijven. Volgende keer toch maar gewoon een visje of een kippetje accepteren…
25 JANUARI
De overstap in Hongkong in de vroege ochtend verloopt zonder problemen, maar het vliegtuig heeft wel bijna een uur vertraging. Tijdens het wachten bij de gate slaat de vermoeidheid toe. Gelukkig raak ik in gesprek met een aardige Filippina – die voor het eerst met haar Canadese internet vriend op stap is. “Ga maar lekker even slapen”, zegt ze, “Ik maak je wel wakker”.
Ik bof met de stoel bij de nooduitgang die ik heb geboekt: heerlijk veel beenruimte.
En maar 1 (rustige, niet-verkouden) passagier naast me.
Tegen half twaalf zijn we in Manila. Voor het wisselen van geld moet ik lang in de rij staan. € 200,- is voorlopig wel genoeg. Vervolgens koop ik bij een vriendelijke jongen in de Smart kiosk op advies van Leny een maandchip voor 2000 pesos (33 Euro).
Ik kan daarmee blijven appen met mijn eigen telefoonnummer, en via de hot spot op mijn Galaxy kan ik in Bulalacao vrijwel onbeperkt internetten, dankzij de recente upgrade naar G4 van de Smart toren aan de andere kant van de baai. Dus wellicht kan ik ook wat Youtube filmpjes kijken. Netflix is nog steeds geen optie daar.
Ik neem een een taxi naar het condominium vlakbij het vliegveld, waar ik een appartement heb geboekt voor vannacht. Ik ben daar tegen 12 uur en kan pas om 14 uur terecht in mijn kamer op de 7e verdieping. Dus ga ik naar één van de restaurantjes op de begane grond en bestel een visschotel met noodles, waarna ik mijn verdiep in het boekje ‘Vaak ben ik gelukkig’, dat ik als jubileumgeschenk van vriend Yvo heb gekregen.
Als ik tegen 1:30 terug ben bij de receptie blijkt dat de gastvrouw/schoonmaakster niet wist dat ik vroeger zou komen. Aanvankelijk was het namelijk de bedoeling dat ik in Manila een vriendin zou ontmoeten, zodat het ernaar uit zag dat ik pas om 5 uur in het hotel zou zijn. De mailwisseling over de aankomstwijziging heeft zij blijkbaar niet doorgekregen en ze moet nog beginnen met het schoonmaken van het appartement. Ik kan wel vast mee naar boven gaan.
In het halve uur dat zij bezig is kan ik mijn ogen nauwelijks openhouden en zodra ze is vertrokken rol ik mij dankbaar op in het comfortabele brede bed. In een oogwenk ben ik 3 uur van de wereld.
Rond 6 uur maakt de wekker mij wakker, maar na wat telefoontjes, mailtjes en een patatje bij McDonald’s slaap ik heerlijk verder.
Rond 1 uur ‘s-nachts ben ik klaar wakker en krijg allemaal ideeën over hoe ik de Ontdekkingsavonden anders vorm kan gaan geven. Bijvoorbeeld door meditatieve avondwandelingen in het Sonsbeekpark te houden met o.a. star gazing en duo-sharing.
Omdat ik de slaap niet meer kan vatten ga ik maar wat zappen. Bij mijn e-mails vind ik een uitnodiging voor een cursus van de The Daily Om, voor 365 dagen Rumi.
Daar wil ik gebruik van maken, maar om hem te betalen heb ik PayPal nodig en om mijn PayPal codes te vinden heb ik internet nodig.
O jee, Ik heb de wifi-code voor het internet niet gekregen van de kamerverzorgster. Dan maar even naar beneden naar de receptioniste Joy.
Ze kan mij de code helaas niet geven, want die weet alleen de kamerverzorgster en die ligt op dit tijdstip natuurlijk op één oor.
Dan ontstaat er een hartverwarmend gesprekje met Joy over relaties, al of niet kinderen krijgen, cultuurverschillen en de zin van het leven. Tegen tweeën lig ik weer in bed, waar ik ontdek dat ik de Rumi cursus ook met mijn creditcard kan betalen. De gegevens daarvan heb ik paraat zodat ik de cursus uiteindelijk toch kan boeken.
Voor ik weer onder zeil ga check ik nog even of de wekker in mijn smartphone goed is ingesteld op 5 uur. Dan blijkt er iets niet te kloppen want hij geeft aan dat hij mij gaat wakker maken over 6 dagen, 2 uur en 50 minuten. Wat ik ook doe om de lokale tijd goed in te stellen, steeds blijf ik deze melding houden, zodat ik mij genoodzaakt zie om de datum in te stellen op 1 februari.
Helemaal gerust ben ik er niet op. En ik ben vergeten om mijn gewone wekkertje mee te nemen. Dus ik besluit dat ik maar gewoon tot 5 uur wakker zal blijven, om mijn binnenlandse vlucht van een uur naar San José op Mindoro niet te missen.
Mijn ergste vermoeidheid is weg en het is intussen al bijna 3 uur. Dus ik ga rustig liggen en kijk naar de gedachten die door mijn geest zweven en weer oplossen.
Om 5 uur neem ik een douche, pak mijn spullen in, manoeuvreer mijn koffers naar de lift, waarna Joy mij helpt om een taxi aan te houden.
Ruim op tijd ben ik op het vliegveld. Er staat buiten een rij van hier tot Tokyo. Maar gelukkig ben ik een senior citizen en ik krijg direct voorrang. In de vertrekhal loop ik naar het bord met de vluchten en vertrektijden.
Hee dat is gek, mijn vlucht van 7.45 uur staat er niet bij. Wel een van 6.45 uur, waarvan de gate net gaat sluiten.
Ik snel naar de informatiebalie, waar ik de bevestiging krijg dat er geen vlucht is om 7.45 uur: ik heb de aankomsttijd in San José aangezien voor de vertrektijd…
Bij de incheckbalie hoor ik dat de gate voor de vlucht van 6.45 uur inmiddels gesloten is, en dat sowieso mijn koffer met geen mogelijkheid nog kan worden ingeladen. Verder gaat de eerstvolgende vlucht naar San Jose pas over twee dagen.
De verbijstering die zich van mij meester maakt heeft even tijd nodig om te zakken. Zal ik dan toch nog de lange reis van twee uur per taxi, anderhalf uur per boot en nog eens vijf uur met een busje naar Bulalacao onder ogen moeten zien die ik zo graag had willen vermijden?
Eerst Peerke maar even bellen. Ik krijg net een app van hem dat Leny zojuist is vertrokken voor de rit van anderhalf uur naar San José om mij op te halen. Zijn krachtige vloek spreekt boekdelen. Begrijpelijk. Ook ik ben nog niet direct in de conditie om mijzelf deze stommiteit te vergeven.
Even later belt hij terug dat Leny nog net bijtijds zijn bericht heeft ontvangen en heeft kunnen omkeren voordat ze de zone in reed vanaf waar ze geen internetverbinding meer zou hebben gehad. Ze kon er nog wel om lachen…
Hij besluit met te zeggen dat hij op dit moment even niets te zeggen heeft.
Even later belt Leny. Waarom ga je niet gewoon eerst even ergens lekker zitten met een kopje koffie om te kijken of je een plan B kunt verzinnen, zegt ze.
Dat lijkt mij een goed idee.
Terwijl ik richting Starbucks wandel (aan het andere eind van de grote vertrekhal) rijpt plan B in mijn hersenen.
Ik kan een vlucht nemen naar Caticlan op het eiland Boracay, ten Oosten van Mindoro. Die zal er ook niet meer dan een uur over doen.
Van daar gaan er ferries naar Bulalacao op Mindoro (een oversteek van zo’n vier uur), en vanuit de haven daar is het maar een half uur rijden naar het huis van Peerke en Leny.
De ticket offices van zowel Philippine Airways als Cebu Pacific blijken vlak bij Starbucks te liggen. Beiden hebben vandaag een aantal vluchten naar Caticlan. Terwijl ik bij Philippine Airways sta belt Leny. Ik leg haar mijn plan voor en zij vindt het een uitstekend idee. Ze gaat meteen kijken hoe laat de laatste ferry vandaag naar Bulalacao gaat. Even later weet ze mij te melden dat dat 15.00 uur is.
Het is nu iets over zeven, dus dat moet te doen zijn.
Een enkele reis bij Philippine Airways komt op € 174,- en bij Cebu Pacific op € 161. Ik besluit bij die laatste dus maar meteen te boeken. Er gaat een vlucht om 9.00 uur, die ik gemakkelijk kan halen. Alleen blijkt mijn Paypal niet te werken. Dus raadt het behulpzame meisje mij aan om de vlucht online te boeken met mijn credit card. Dat blijkt echter niet te lukken, want voor het uploaden van de bagage moet je uiterlijk 4 uur voor vertrek inchecken.
Dan dus maar de volgende vlucht van 12.25 uur. Die is om half twee in Caticlan en het is maximaal 20 minuten met de tricycle van het vliegveld naar de haven. Dus die boot van 15.00 uur moet te halen zijn.
Oef, met wat assistentie van het geduldige meisje is mijn ticket nu snel geregeld. Boarding time 11.45 uur, dus dat betekent om 11.00 uur inchecken. Intussen is het kwart voor acht. Dat betekent dat ik ruim drie uur moet wachten. Dat wordt een lange Starbucks-zit.
Gelukkig blijk ik daar mijn Galaxy – die bijna leeg is – te kunnen opladen. Alleen ontdek ik dat geen van de stekkers van mijn multi-stekkerdoos op hun net past… Maar oh wonder, een vriendelijke man van de bediening tovert een verloopstekker uit een la en zo installeer ik mij op een gerieflijke bank, met een thee, een pecannoten-/chocoladekoek uit de oven en mijn boekje ’Vaak ben ik gelukkig’, dat een schrijnend-vertederend relaas is van een gecompliceerde relatie. De klassieke muziek op de achtergrond is een passende omlijsting van de sfeer.
Na een tijdloze leessessie vraagt een jonge vrouw of ik even op haar koffers kan passen, zodat ze naar het toilet kan dat een eindje lopen in de vertrekhal is. Natuurlijk doe ik dat.
Al ze terug is, is het mijn beurt om mijn blaas te gaan legen en daarna raken we in een geanimeerd gesprek, waaruit blijkt dat wij aardig op dezelfde golflengte zitten. Zij heet Claudia, is (Zuid-)Zwitserse en op de terugweg van een Prana-healing retreat-met-vakantieweekje-toe (sinds geruime tijd een jaarlijks ritueel). Zelf heeft ze een praktijk in Zwitserland en een Lief in Italië, waar ze al acht jaar mee lat. Ze is bewust kinderloos.
Toch lijkt zij nog steeds op zoek te zijn naar iets en ze luistert met rode oortjes naar de verhalen over mijn werk en de workshop die ik mogelijk volgend jaar in Manila-area ga geven.
De tijd vliegt en als ik rond half elf afscheid van haar neem wens ik haar sterkte: zij moet nog tot vanavond wachten op háár vlucht…
Het inchecken gaat vlot, maar bij de security staat weer zo’n lange slingerslangerrij.
Een Filipijnse vrouw spreekt mij aan en biedt aan mij te helpen bij het verdelen van al mijn bagage over de verschillende bakken.
Mijn cabinekoffertje moet nog een keer door de scan vanwege de fles gin (die gelukkig geseald is), en als we in de vrije zone zijn aangeland stelt ze voor dat we samen een kopje koffie gaan drinken, omdat we beiden nog wat tijd hebben vóór het boarden.
Ik heb na alle thee en koffie bij Starbucks meer zin in een biertje en dat brengt haar op een idee. Dus even later zitten we met een San Miguel voor ons in een tentje dicht bij de gates.
Ook hier ontstaat weer een boeiende conversatie. Haar naam is Carmellita (of zoiets). Ze heeft in de US gestudeerd en werkt in Australië bij een bedrijf dat precisie-apparatuur maakt voor operaties.
Ze heeft haar twijfels over deze branche, omdat ze ziet dat persoonlijk gewin steeds meer de overhand krijgt boven humanitaire motieven.
Ze doet aan yoga en krijgt steeds meer belangstelling voor de spirituele dimensie. Wat ze hoort over mijn werk maakt haar nieuwsgierig en ze denkt dat als ik in de Filipijnen workshops ga geven, ze veel van haar vrienden en collega’s kan enthousiasmeren.
En passant lost ze ook nog het 6-dagen-wekkerprobleem met mijn smartphone op: Alleen de vrijdag stond aangevinkt en ik moest alle dagen aanvinken. Weer wat geleerd!
Als het haar tijd is om te vertrekken wisselen we kaartjes uit. Ik geniet nog even van de dumpling waarop ze mij trakteert en ga dan ook naar de gate.
Tja… en dan begint het wachten op het boarden en zie ik met lede ogen de vertrektijd opschuiven…
We vertrekken uiteindelijk met een uur vertraging, hetgeen bij mij alle hoop doet vervliegen dat ik vandaag nog in Bulalacao aankom…
Als we landen op het kleine vliegveldje Caticlan is het 14.41 uur. De Fastcat ferry vertrekt om 15.00 naar Bulalacao en het is met de tricycle zo’n 20 minuten rijden.
Tegen dat de bagage is uitgeladen is het 14.52. Mijn rode koffer met gele band springt eruit.
Ik grijp hem en race met mij spullen naar waar de driewielers staan.
Ook al is de kans klein dat ik die boot nog haal, ik kan het allicht proberen. Lukt het niet, dan ga ik gewoon een hotelletje zoeken voor de nacht.
Het is een drukte van belang bij het ticket tafeltje, maar op de één of andere manier straalt mijn urgentie iets uit waardoor ik voorrang krijg en een solo driver.
Die rijdt zo hard als het verkeer het toelaat naar de haven. We doen er 10 minuten over. Na enig vragen vindt hij de ticket-office van Fastcat.
Hij wil geen fooi en draagt mij over aan een jongen die mij bij het juiste loketje brengt. Daar staat niemand meer, maar er zit nog een vrouwtje achter het raampje. Is de boot er nog? Ja! Kan ik nog een ticket kopen> Ja! Met de jongen die zich over de grote koffer ontfermt achter mij aan wurm ik mij langs een eindeloze slingerslangerrij van passagiers die wachten op een andere ferry. We moeten in de vertrekruimte nog een tax-ticket betalen en dan racen we naar de kade. Daar ligt het schip, de laadklep nog neer.
De jongen draagt mij over aan het bootpersoneel, dat mij lachend ontvangt. Ook hij wil geen fooi. Dan maar een brede smile, een namastê en een dankbare zwaai. zwaai. Daar gaat hij..
De mensen van de boot nemen mijn bagage over en loodsen mij zorgzaam naar boven. In de schaars bezette passagierscabine krijg ik een comfortabel plekje vooraan.
Als ik zit en even ben uitgehijgd kijk ik op mijn smartphone. Het is 15.17 uur. Drie minuten later varen we, met 20 minuten vertraging…
Naast mij begint een onberispelijk geklede jongeman met de veiligheidsinstructies.
Ruim vier uur en twee speelfilms later (‘The Space between us’ en ‘A Star is born’) staan Peerke en Leny mij op de wachten aan de kade in Bulalacao.
In een half uur zijn wij thuis. Even bijpraten bij een gin-tonic op de waranda en een heerlijk warm hapje… en dan naar mijn gezellige slaapkamertje in het guesthouse, waar ik bij het ruisen van de zee in een diepe droomloze slaap val, om pas de volgende dag tegen twaalven weer te verschijnen.
27 JANUARI T/M 7 FEBRUARI
Hier verdwijnt de kalender. De dagen rijgen zich aaneen op het ritme van de zee, die (meestal) ’s morgens wijkt en ’s avonds aanzwelt, en van de zon, die om 18.00 uur met zijn ondergang de hemel doorgloeit en om 6.00 uur weer ‘aan’ gaat.
Mijn vrienden Peerke en Leny (wij kennen elkaar nu zo’n 43 jaar) hebben na een werkzaam leven in dienst van de mensheid en de planeet – dat zich behalve in Indonesië en Kenya voor het grootste deel in de Filipijnen afspeelde – voor hun pensioen hier in het zuidoosten van Mindoro hun droomhuis gerealiseerd: een oase van rust en schoonheid die zij in tien jaar uit het niets hebben opgebouwd en waar zij voortdurend in een rustig tempo aan verder knutselen.
Het hele complex draait qua energie voornamelijk op de zonnepanelen die Peer heeft aangelegd.
Een blijvende uitdaging is de beplanting van het land en het aanleggen van een tuin, vanwege de wisselende weersomstandigheden, met lange periodes van droogte, afgewisseld met aanhoudende tropische regens en heftige stormen.
Achter het zwembad zijn ze bezig met op de muur van de garage successievelijk de silhouetten aan te brengen van alle vrienden die hen hier bezoeken.
Het is leuk om tegen de avond de zwaluwen pijlsnel over het zwembad te zien scheren, in de vlucht even duikend om een slokje water te nemen.
De nieuwste aanwinst (naast de twee honden Sandy en Bruno, de koeien, kalkoenen en eenden), zijn de twee jonge poesjes, Sughi en Kay (genoemde naar het eiland Sughikay hier tegenover, waar ze vandaan komen. Hun bokkensprongen en malle fratsen zorgen voor veel hilariteit en vertedering.
En dan is er nog de tokèh, die tussen de muren van het grote huis leeft en zich nooit laat zien, maar ’s avond regelmatig drie à vier keer achter elkaar luid en duidelijk zijn naam roept, eindigend met een tevreden gereutel.
Peerke en Leny staan meestal tussen zes en half zeven op, met de routine van ontbijt, honden uitlaten, bewateren, helpers aansturen en het nemen van actie bij onverwachte verrassingen (zoals een kapotte lamp een schuifdeur die blokkeert, een computer die uitvalt of een jeep die niet meer start).
Zelf word ik doorgaans tussen zeven en acht uur wakker en doe dan in bed wel of niet mijn yoga-oefeningen, mijn correspondentie of een stukje van één van mijn ‘projecten, trek al dan niet een paar baantjes in het zwemband en ga dan tegen half tien naar de keuken in het grote huis. Meestal is Leny daar rond die tijd en dan maakt ze voor mij een heerlijke brunch van mango (oh, wat een godsgeschenk hier, zo zoet, zo sappig…!), meloen of papaya, thee, rijst met gebakken ei c.q. scrambled eggs of brood met kaas of tahin.
Tegen elf uur is er koffie en komt meestal Peer er even bij voor een kletsje of een anekdote c.q. gemopper over de gang van zaken, alsmede overleg met Leny over wat we ’s avonds gaan eten.
Rond twaalf uur is het lunchtijd en daarna… siësta!
Ik ga dan in het guesthouse wat lezen, schrijven, de website bijwerken, verder met mijn projecten of een beetje mijmeren over wat ik straks in Nederland weer aan activiteiten wil ondernemen. Soms val ik ook gewoon weer even in slaap.
Na hun dutje treffen Peer en Leny, meestal geassisteerd door Judy, de vaste huishoudelijke hulp, alvast voorbereidingen voor het eten.
Tegen vieren komen we weer bij elkaar in de keuken voor thee. Vervolgens koelen we lekker af in het zwembad (het is hier tussen 26 en 31 graden) en tegen half zes doen we wel of niet nog een ‘sundowner’ op de waranda.
We eten rond half zeven, waarna ik Leny help met afwassen terwijl Peer in de TV-kamer naar het nieuws kijkt.
Tot slot nemen we in de zitkamer soms nog een kopje thee met een ‘dagsluiting’ en rond half negen trek ik mij terug in mijn kamer. Leny geeft de honden nog een loopje en dan is het bedtijd voor die twee.
Zelf ga ik meestal nog wat lezen of appen – of meteen door naar Youtube, waar ik mij verzadig aan lezingen van mijn Advaita favorieten, van dit moment: Sadhguru, Bashar, Alan Watts, een snufje Eckhart Tolle en recentelijk ook Abraham Hicks.
Als mijn ogen zwaar worden ga ik onder zeil. Soms word ik rond vier uur weer wakker en kijk dan nog wat verder.
In de loop der dagen blijkt dat mijn verkoudheid/griep nog niet over is. Dat vind ik heel vervelend, want ik wil natuurlijk mijn gastheer en gastvrouw niet aansteken.
De derde dag van mijn verblijf mis ik ’s avonds in het donker een traptreetje en maak na een sierlijke pirouette een flinke smak, met mijn bil en de zijkant van mijn hoofd tegen het muurtje van de waranda. Gelukkig geen hersenschudding. Maar wel een flinke blauwe plek.
Alsof er een stop uit een fles is is getrokken breekt de volgende dag de verkoudheid weer in alle hevigheid los en loopt mijn hoofd helemaal leeg. Ik snuit in één dag een hele wc.-rol weg en hoest voortdurend slijm op.
Van Leny krijg ik bedarrest en vijf dagen lang word ik liefderijk als patiënt behandeld. Ontbijtjes op bed, bouillonnetjes, fruit.
Aanvankelijk voel ik mij bezwaard: ik had mij er zo op verheugd om aangenaam gezelschap te zijn voor mijn vrienden. Maar uiteindelijk geef ik mij over en breng grote delen van de dag slapend en mijmerend door. Het voelt als een grote schoonmaak en een verdieping van het contact met ‘de bron’.
Op vrijdag 1 februari is Leny jarig en de volgende dag komen er twee gasten logeren. Ik had haar voordien nog graag een lekkere massage gegeven, maar mijn conditie laat het nog niet toe. Wel lukt het mij om in bed – op basis van een jeugdfoto die ik ooit van Leny maakte – een mooie collage voor haar samen te stellen in Photoshop. Met een haiku die haar voor mij typeert:
Het leven doorleefd
met de zachte kracht van Zijn
Last woman standing
Als 2 februari de gasten komen verhuis ik tijdelijk naar het kleine slaapkamertje in het guesthouse. Gezellig, wat nieuwe aanspraak. Hij werkt voor een Nederlands bedrijf aan een lange-termijn project voor het schoon en plastic-vrij maken van de baai van Manila en pendelt op en neer tussen Nederland en de Filipijnen met zijn charmante Venezolaanse vrouw.
Er worden in Bulalacao (een half uur rijden hier vandaan) boodschappen ingeslagen voor de barbecue van de volgende dag, waarvoor nog zeven gasten worden verwacht.
Het wordt een gezellige bijeenkomst met geanimeerde gesprekken, waarvan er een paar doorgaan tot diep in de nacht. Ik ben weliswaar nog niet helemaal de oude en zie af van het vlees, maar geniet toch van al het andere lekkers en de ontmoetingen met bekende en onbekende mensen.
De volgende dag, maandag 4 februari, is de laatste dag hier voor de twee logees. Voor die gelegenheid wordt een outrigger boot gehuurd en gaan we op snorkeltrip bij een eiland ‘om de hoek’ waar prachtige koraalriffen zijn. Ik denk dat de zilte wind en het zeewater mijn luchtwegen goed zullen doen.
Opnieuw word ik getroffen door de overweldigende architectonische schoonheid en variatie van het onderwaterleven.
We picknicken op het eiland.
En na een kleine siësta in de schaduw keren we in een half uur weer huiswaarts.
Tegen de avond, als het wat is afgekoeld, voegen we de silhouetten van de twee gasten – en het mijne – toe aan de zes die al op de muur staan. Peerke gaat ze later invullen.
De volgende dag vroeg vertrekken de vrienden naar Manila en ik verhuis terug naar de ‘grote’ slaapkamer. De rust daalt weer neer in ‘the House of Winds’
Leny en ik gaan op zoek naar een hotelletje in Boracay, waar wij bijna elke keer dat ik hier kwam logeren wel een paar dagen samen naartoe zijn gegaan. Boracay is bekend om zijn schitterende zandstranden en zijn ‘happy hours’ tijdens de spectaculaire zonsondergangen. Mijn vlucht naar Manila vertrekt van Caticlan (dat daar in de buurt ligt) op 12 februari rond 10.00 uur, dus ik moet sowieso met de Fastcat in vier uur weer die kant op en misschien is het leuk om daar een paar dagen aan vast te knopen.
Het afgelopen jaar is op decreet van Duterte het eiland afgesloten geweest voor toeristen, in verband met een totale make-over van het verouderde rioleringssysteem.
Nu het sinds kort weer toegankelijk is, stromen de toeristen toe. Daarbij is gisteren (5 januari) het Chinese nieuwjaar begonnen, waardoor honderdduizenden Chinezen de Filipijnen bestormen. Het valt dan ook niet mee om nog een kamer te scoren voor komend weekend.
Maar met enig geduld vinden we uiteindelijk toch iets naar onze zin: het 8-Color Beach House. Zondag 10 en maandag 11 zijn wij dus onder de pannen.
Vandaag is het 6 januari. Ik ben qua conditie nog niet helemaal de oude en ik klink nog wat nasaal, maar elke dag hoest ik wat minder, ik hoor weer beter met mijn linker oor en het meeste slijm in mijn bronchiën lijk nu wel opgeruimd.
Leny is wat van slag. De mangoboom (die niet echt zoete mango’s gaf, een deel van het uitzicht blokkeerde en de groei van een kleine bijzondere palm belemmerde ) is vandaag door twee van de jongens tot op het skelet gesnoeid. Wel meer uitzicht, maar toch wel even slikken en snikken.
Daar komt bij dat er vanochtend weer eens een duif tegen het raam is gevlogen (dat gebeurt regelmatig, ondanks de vogelafremplakkers die zijn aangebracht) en gesneuveld.
.
Een dag om weer eens stil te staan bij de vergankelijkheid aller dingen…
’s Avonds werk ik de inmiddels deels door Peerke ingevulde de silhouetten op de muur bij. De volgende dag zijn ze klaar.
7 JANUARI
Het spel van leven en dood, eten en gegeten worden gaat door.
Peer en Leny gaan vroeg naar de markt in Bulalacao om de voorraden aan te vullen. Voor vanavond staat deze verse tonijn op het menu. Hij kijkt stomverbaasd…
Tijdens de koffiepauze halen de katten kattenkwaad uit in de keuken, rusten uit op een lekker kussentje…
… en gaan via de open deur een energetische krachtmeting aan met Bruno, die buiten op de waranda aan de ketting ligt en niet goed weet of hij vriendjes wil worden of wil killen…
Als Sughi doorheeft dat Bruno niet dichterbij kan komen, legt zij zich er relaxed bij neer.