18-03-02 Vietnam

VRIJDAG 2 MAART

Afscheid van Peer en Leny

Mogelijk vanwege de volle maan was ik het grootste gedeelte van de nacht klaar wakker. Ben nog even naar buiten gelopen om alles hier in het bleke maanlicht te aanschouwen en diep de bedwelmende geur op te snuiven van de ‘Dama de Noche’, een struik naast mijn kamer, die ‘s nachts bloeit.

Na toch nog zo’n twee uur slaap loop ik naar het zwembad om voor het laatst een paar baantjes te trekken en weer bij de dag te komen. De zon schijnt nog niet op het rimpelloze water… dat aangenaam koel is.

Om half acht zitten we aan het ontbijt. Leny heeft nog even het mailtje voor me uitgedraaid dat ik nodig heb voor mijn visum in Vietnam. Ik geniet  van mijn spiegeleitje met toast, de huisgemaakte yoghurt en ons ochtendgebabbel. Om half negen komt Judy, die heel blij is met het armbandje, de magneet-broche en de tip die ik haar als dank en afscheid geef.

En dan moet ik mij losmaken van dit verrukkelijke oord…
Peer en Leny brengen mij met de fourwheel drive naar de haven van Bulalacao. Zelf gaan zij daarna boodschappen doen in het stadje.

Op naar  Manila  met boot en vliegtuig

Teder nemen we afscheid… en dan zit ik in de wachtkamer nog een half uur te bloggen tot we aan boord van de drie verdiepingen tellende FastCat kunnen. Deze keer is er in de business class gelukkig wel goed werkende airco en ik zit helemaal vooraan bij het TV-scherm, met maar weinig mensen om me heen.

De tijd gaat snel, omdat ik eerst een dutje doe, dan nog wat werk aan mijn boekvertaling, en me tenslotte verlies in een verbijsterende oorlogsfilm, die mij weer eens ten diepste doet beseffen hoe deze wereld verscheurd wordt door dualiteit en onbewustheid.

De ferry is maar 20 minuten over tijd.

In de haven van Caticlan is het nog even zoeken en sms’en voordat Stephen en ik elkaar vinden. Maar dan zijn we in tien minuten bij de airport. Stephen wacht in het restaurantje aan de  overkant tot ik ben ingecheckt. Bij de bali vraag ik naar de nicht van Ali (de vriend van Peerke en Leny die op mijn verjaardag met zijn partner Tess ook te gast was), die hier werkt. Ik heb namelijk Ali’s gebitsprothese bij me die hij bij zijn vertrek had vergeten mee te nemen. Hij woont in Kalibo, niet ver van Caticlan. Het nichtje is snel gevonden (het is maar een klein vliegveld) en zo kan Ali binnenkort weer kauwen en lachen…

Als mijn koffer is ingecheckt heb ik nog een uur om bij te praten en foto’s te delen met Stephen in het tentje tegenover de ingang, onder het genot van een San Miguel Light.

En dan is er wéér een roerend afscheid… en een lange wachttijd bij de gate, ingekort door mijn onvolprezen laptop…

Met bussen worden wij naar het vliegtuig vervoerd. Overal is beveiligingspersoneel met felgekleurde tuigjes.

Als we uiteindelijk de lucht in gaan, zijn we in minder dan een uur in Manila, waar we om iets over vijf aankomen. Mijn vlucht naar Ho Chi Minh City is pas om 23.25, dus ik heb alle tijd. Maar eerst moet ik van Manila Domestic naar Manila International met de shuttle bus. Die komt pas over een uur en ik bof dat ik in de wachtkamer één van de drie gemakkelijke fauteuils weet te scoren,  waarin ik mij knus met mijn laptop installeer.

Stroom, valuta en rolstoelgemak

Dankzij de hotspot op mijn smartphone kan ik hier ook op het internet. Wel zie ik dat ik op mijn mobieltje nog maar 20% lading heb. Ik kijk om mij heen naar een stopcontact. Ja, daar is er een, aan de overkant. Ik vis mijn stekkerdoos uit mijn handkoffertje, want daar zit de adapter plug aan die ik indertijd bij de Mall of China heb gekocht. Of liever… daar zàt die plug aan. Want nu zit-ie er niet meer aan. O jee, bij het uittrekken van het snoer bij Leny en Peer is die kennelijk in hun contactdoos blijven zitten. Eén tel van onbedachtzaamheid…

Tja…, dus toch maar even zuinig aan doen,  de hotspot uitzetten en lokaal gaan werken, want je weet niet of ik vannacht mijn mobiel  nog nodig zal hebben. En op International maar kijken straks of ze daar wellicht ook zo’n plug hebben.

Ah! Daar is de bus…

Op International staan er al wat mensen bij de incheck balies van AirAsia (waar ik ook weer mee naar Vietnam vlieg) te wachten tot het baliepersoneel arriveert. Ik ga eerst maar eens het Filipijnse geld dat ik over heb omwisselen voor Vietnamees. Oef, dat wordt weer even lastig omrekenen: 320.000 Vietnamese dongs zijn 10 Euro’s…

Als ik terug kom zijn de rijen voor de balies al aanzienlijk gegroeid. Alleen voor de  de senior citizens balie staat nog niemand en ik besluit daar maar vooraan te gaan zitten in een rolstoel die ik achter de balie zie staan.

Een goed besluit, want het duurt nog drie kwartier voordat de staff arriveert. Gelukkig ben ik dan ook meteen aan de beurt en ik hoor dat er zo dadelijk iemand komt die mij naar de gate zal brengen. Het blijkt een vriendelijke jongeman, die eerst met mij gaat kijken of er ergens een adapter plug is te vinden. Maar helaas…

Dan rijdt hij mij naar het begin van de gangen naar de gates, waar een oplaadpaal staat met onder andere – hoera! – ook een Europees stopcontact, dicht bij een laatste koffietentje waar ik nog een consumptie kan halen. Nu kan ik in ieder geval mijn apparatuur weer opladen, en genieten van een iced mocha (met een shotje rum van de counter ernaast). Mijn begeleider zal mij tegen boarding time weer komen ophalen.

De tijd verstrijkt wat langzamer, nu ik even niet kan computeren. Ik schakel over op mensen observeren, wat ook heel boeiend is.

Als de boarding-tijd is aangebroken zie ik geen begeleider. Vijf minuten later nog niet. Ik begin me ongerust te maken. Er zit een jongeman naast me die via Dubai naar de US vliegt. Ik vertel hem mijn dilemma. Blijven  zitten met het risico dat ik de vlucht mis, of naar de gate gaan en een lege rolstoel achterlaten…
Mijn apparatuur is helemaal opgeladen en ik besluit te gaan. De jongen loopt met me mee, want zijn vliegtuig vertrekt pas over twee uur. Gelukkig zijn er veel lopende banden, maar het is nog een heel eind naar gate 23. We zijn er bijna, als ik plotseling ontdek dat ik mij heb vergist en een  uur te vroeg ben! Oh, wat suf…we schieten allebei in de lach.

OK, ik ga maar weer terug, want ik wil niet dat mijn rolstoelbegeleider straks op tijd komt en mij  niet meer aantreft. En een beetje lopen  is ook  niet verkeerd. Mijn metgezel vindt ons gesprek blijkbaar wel gezellig en loopt mee terug.

Daar zitten we dan weer, bij de oplaadpaal…
Nog geen vijf minuten later staat mijn begeleider voor onze neus: hij is vroeg!
Met een knipoog neem ik afscheid van mijn Amerikaanse metgezel en laat me braaf per rolstoel naar gate 23 rijden…

Ook hier mag ik weer als eerste aan boord – en ik heb een raamplaats op de voorste rij! Heerlijk anderhalf uur doezelen in mijn donskussen… De middelste stoel is vrij en daarnaast zit een jongen die ook meteen gaat zitten knikkebollen.

ZATERDAG 3 MAART

Vietnam… nieuwe belevenissen

Intussen is het 3 maart geworden. Als we geland zijn hoor ik dat er een rolstoel voor mij klaar staat. Maar ik  moet wel even wachten  totdat iedereen is uitgestapt. Geen probleem. Het duurt toch altijd nog een tijdje voordat de bagage op de band staat.

Ook mijn Vietnamese begeleider is één en al zorg en toewijding.  Hij brengt me naar de Immigratieloketten waar het een drukte van belang is met allemaal mensen die formulieren staan in te vullen.

Als ik aan de beurt ben en het visumaanvraagmailtje overhandig dat Leny voor me heeft uitgedraaid, blijk ik een probleem te hebben. Het duurt even voordat het mij duidelijk wordt wat dat is. Er blijkt bij die mail een bijlage  te moeten zitten: een uitnodigingsbrief met een akkoord-stempel.

Ik zoek het mailtje op in mijn smartphone – en ja hoor! Helemaal over het hoofd gezien. Ik open de bijlage en laat hem op mijn mobieltje zien aan de man  achter het glas. Hij schudt zijn hoofd. Dit is wel wat hij nodig heeft. Maar hij  moet een geprinte versie hebben…

Wat nu? Kom ik het land niet in?
Een baliemedewerkster schiet te hulp. Als ik het mailtje naar haar doorstuur, kan zij ervoor zorgen dat de bijlage wordt uitgeprint. Maar om dat te doen moet ik wel online zijn – en mijn Filipijnse simcard met toegang tot mobiele netwerken werkt hier niet. Geen nood, het meisje geeft mij de wifi van het vliegveld en een e-mail adres, en ik kan mijn mailtje verzenden.

“Het gaat wel even duren vóór ik die print heb,” zegt ze. Ze gebaart naar mijn rolstoel begeleider dat hij kan  gaan en dat zij het overneemt. Dan verdwijnt ze. Een kwartier later is ze terug, met de uitdraai!

Nu hoef ik alleen nog € 25,- te betalen in Dongs. Maar ik moet wel op mijn beurt wachten. Ook dat duurt weer een kwartier, want er zijn nog flink wat betalenden voor mij.

Uiteindelijk krijg ik een uur na aankomst het lang verwachte visumstempel en het meisje rijdt mij naar de uitgang. Oh, wacht, ik heb mijn koffer nog niet! Terug. Als we bij de baggage claim komen blijkt mijn rode koffer met gele band eenzaam rond te draaien op de band…  Het meisje wenkt een kruier, belt een Grab taxi en geeft het adres door van mijn hotel, waar ik gelukkig een screen shot van heb gemaakt. De kruier loopt mee naar de uitgang en als de taxi een minuut later arriveert wordt mijn bagage keurig voor me in de laadbak van een taxi gedeponeerd.

Ik kan het meisje ternauwernood bedanken: ze is alweer op weg naar de volgende klant…

Pffft… wat een run! De chauffeur spreekt geen woord Engels, dus ik kan rustig op de achterbank even bijkomen van de commotie.

Twintig minuten later zijn we bij het Bao Minh hotel, dat ik in Balalacao al heb geboekt, en behulpzame handen brengen mijn koffers naar de receptie. Het is half drie ‘s nachts – en ik ben bijna 18 uur uur onderweg…

Mijn hotelkamer blinkt niet uit in gezelligheid en ik besluit meteen op booking.com te gaan kijken naar een andere plek waar ik morgen heen. Tot mijn verrassing heb ik hier een goede en razendsnelle internetverbinding. En… de stopcontacten zijn geschikt voor Europese stekkers!

Ik kies voor Toni’s Home, dat er op de plaatjes vriendelijk uitziet, en krijg meteen een bevestiging toegestuurd. Met een zucht laat ik mij onderuit zakken, doe het licht uit en val in een diepe droomloze slaap, tot om half twaalf mijn wekker gaat.

MAANDAG 4 MAART

Als ik wakker word is er een mailtje van Toni’s Home, met excuses dat ze bezig zijn met een renovatie van de receptie. Ik ben welkom, maar het zal wat rommelig zijn…
Nou, ik zal het wel zien. Ik schrijf terug dat het geen probleem is.

Maar eerst voordat ik ga uitchecken een bekertje instant noodle soup die op mijn kamer bij ‘complimentaryde thee en koffie staat.
Ik krijg hem niet op voor twaalf uur (heet!), dus ik neem hem mee naar beneden. In de lobby is een klein gezellig zitje, waar ik mij op mijn gemak installeer.

Evan later voegen zich het meisje van de receptie en twee van de kamermeisjes bij me voor hun warme lunch met grote pistolets. Ze  nodigen mij spon taan uit om aan te schuiven en dan wordt het heel gezellig.

Als we voldaan zijn bestelt Ngi een Grab taxi voor me en twintig minuten later kom ik aan bij Toni’s Home, in een klein zijstraatje dicht bij het centrum. Quang, de hotel manager, komt mij al tegemoet en put zich uit in verontschuldigingen. Hij kan zorgen voor een kamer in een hostel aan de overkant als het moet, en ik krijg sowieso 10 procent korting.

Inderdaad is er geen sprake van een receptie maar van een bouwplaats. Maar de mensen die er werken geven mij een stralende lach en ach… ik kan gewoon ergens buiten gaan eten of zitten schrijven.

De kamer zelf is comfortabel en schoon, met airco, een breed leefbed, een groot bakon, een badkamer en goed werkende wifi. Op de tweede verdieping hoor ik nauwelijks iets van het gehamer en gezaag beneden (mede danzij het feit dat mijn linker oor sinds twee weken helemaal potdicht zit :-). Een ideale plek dus om een paar dagen te werken.

`

Als ik me heb geïnstalleerd en wat heb opgefrist drink ik in de namiddag om de hoek een iced moccha met Quang. Er ontstaat meteen een inspirerend gesprek over bewustwording en non-dualiteit met deze bescheiden en innemende jongeman, die warempel een Osho lover blijkt te zijn…. Hij werkt hier samen met een vrouwelijke compagnon. Ze huren deze plek van ene Toni, waaraan het hotel zijn naam ontleent.

We spreken af om ons gesprek de volgende avond voort te zetten en nadat ik op mijn kamer nog wat heb geschreven vlei ik mij heerlijk in mijn bedeiland voor een lange nachtrust.

ZONDAG 4 MAART

Pas tegen half elf ga ik op zoek naar een plek waar ik kan brunchen. Ik zit hier dicht bij het toeristische centrum en hoop daar croissants met goede koffie te vinden. Maar nee, ze eten hier ‘s morgens voornamelijk mi-soep met iets wat het midden houdt tussen een grote pistolet en een klein stokbroodje.

In een klein tentje hebben ze wel vele koffiesoorten en ik bestel een hazelnoot latte met slagroom (njum!) en daarna nog een tweede. De Franse invloed is hier nog goed zichtbaar.

Om de stad en de mensen op me in te laten werken wandel ik daarna door de binnenstad  en neem een kijkje in de overdekte markt.
De sfeer is relaxed en blijmoedig.

Overal waar ik contact maak begroeten mensen mij met het V-teken (Vrede, Victory, Vietnam?)

In de grote straten druk verkeer. Ook hier veel motoren, maar vooral schooters.

Voordat ik naar huis ga voor mijn werkdag  zoek ik nog even wat verkoeling in een klein parkje.

‘s Avonds ontmoet ik Quong weer en deze keer voegt Mai, zijn lieftallige compagnon, zich bij ons. Zij wil ook graag de foto’s van mijn schilderijen zien in mijn boek en gedichtenbundel.

We installeren ons in een bar waar ze gin-cocktails hebben en hebben veeluit te wisselen. Ik ben vooral geïnteresseerd om te horen hoe Quong het leven in het huidige Vietnam ervaart en ik waardeer zijn genuanceerde kijk op de situatie onder het communistisch regime, dat door de Zuid-Vietnamezen toch wel wordt beleefd als een bezetting, die de relatieve ‘westerse’ vrijheid die de Amerikaanse invloeden met zich meebrachten inperkt.

Mai vertelt me over haar werk in de makelaardij en diverse hotels – en over haar relatie die net uit is. Quang heeft wel een relatie, en een dochtertje. Maar die wonen niet in de buurt en hij ziet ze maar af en toe.

Voor we het weten zijn er twee uur voorbij. Quang en Mai gaan thuis eten, We spreken af dat we morgenavond naar een café gaan waar twee Filipijnse vrienden van hen live muziek maken.

Zelf neem ik aan de overkant in een klein pijpenlaadje een vermicellisoep met ei en garnaal als diner.

Nog even een werksessie, tot de slaap het overneemt…. en dan is er alweer een dag voorbij!