2018-03-05 Vietnam

MAANDAG 5 T/M WOENSDAG 7 MAART

Ik ben al vroeg wakker en werk tot elf uur aan mijn boekvertaling. Ik kijk nog even op Google naar de ‘must see’s’ in Ho Chi Minh City, maar geen van de monumenten, (oorlogs)musea en attracties spreekt mij aan. Ik wil gewoon de mensen zien…

Na een lekkere douche wandel ik de stad dus weer in en bestel met gebarentaal (hier geen Engels) bij een klein tentje op een hoek spiegeleieren en een pistolet, met een verse kokosnoot. Heerlijk, die zoete kokosmelk.  Als die op is wil ik het vruchtvlees opeten en vraag aan de baas van de tent of de kokosnoot gekliefd kan worden. Maar hij gebaart dat ik hem maar door het nauwe gat bovenin moet uitlepelen.

De jongen bij de kassa ziet mij worstelen, loopt naar mij toe, glimlacht en neemt de noot mee naar achteren, waarna ik hem even later keurig in twee helften terug krijg. Als ik even later vertrek schiet ik nog even een plaatje van de behulpzame kassa-jongen en een collegaatje.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Door het plantsoen loop ik terug en loop op een hoek vlak bij mijn straatje tegen een klein maar stijlvol Art Déco cafeetje aan met airco en lekkere Italiaanse koffies.

Daar installeer ik mij met een hete moccha frappé in een knus balkonnetje met een schrijfblad, om mijn blog bij te werken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Als ik genoeg heb gedaan besluit ik een kijkje te nemen bij de basiliek aan de overkant.

Vietnam heeft aan de Franse kolonisatie veel katholieken overgehouden (hoewel er volgens Quang vijf keer zoveel boeddhisten zijn en volgens Wikipedia ook flink wat Taoisten).

De grote met koper beslage  deur van de kerk zelf zit op slot, maar rondom de binnenplaats zijn er kleine kapelletjes, een gebedsruimte en veel heilige beelden.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

De rest van de dag werk ik in mijn kamer en ’s avonds nemen Quang en Mila mij per Grab-taxi mee naar het muziekcafé waar hun vrienden Jerome en Jatar optreden. Het levendige centrum van deze westers georiënteerde stad is een feest van kunstig vervlochten lichtbogen in alle kleuren..

 

 

 

 

 

 

 

 

 

In het eetcafé worden we bediend door een barbie-achtig poppetje in een spannend jurkje dat als een handschoen om haar superslanke lijfje sluit.

Quang en ik nemen een pilsje, Mai een thee (de twee cocktails van gisteren zijn haar niet goed bekomen :-)). danWe dromen weg op de zoetgevooisde stemmen van de zangers (met ook weer voornamelijk een zestiger-jaren repertoire).

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik heb nog niet gegeten, dus na een tijdje bestel ik een asperge-krabsoep en een mixed green salad met tofu.
In de pauze komen de jongens aan ons tafeltje zitten en er worden boeiende levensverhalen uitgewisseld. Dan gaan ze weer verder met hun  programma. Ik neem nog maar een pilsje.

,

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Om kwart over tien, als ze klaar zijn met hun optreden, praten we nog wat na en spreken we af dat we morgen om 12.00 uur als afscheid nog even gezamenlijk gaan brunchen.

(Om half twee moet ik naar het vliegveld, voor de vlucht van ruim een uur naar Da Nang, in het midden van Vietnam. Van daar uit rijd ik met een taxi in drie kwartier door naar Hoi An, een historisch stadje dat vrijwel ongeschonden uit de Vietnam-oorlog (of de American War, zoals ze die hier noemen) is gekomen.)

Dan rijden we weer terug tot waar de taxi kan komen en Quang begeleidt mij door de smalle straatjes naar het toni’s Home, voordat hij naar zijn eigen huis gaat.

Omdat ik na het douchen niet meteen kan slapen ga ik nog maar wat bloggen, totdat ik rond drie uur wegglijd in Morpheus armen.

 

DINSDAG 6 MAART

Om elf uur de wekker gaat en als ik om 12.00 uur gepakt en gedoucht heb sms ik Quang. Die is binnen 5 minuten beneden. Daar is intussen veel werk verzet voor de nieuwe receptie: de vloer en het plafond zijn klaar, evenals de sponningen voor ramen en deuren.

Quang loodst mij tussen en onder de steigers door en dan lopen we in vijf minuten naar het eettentje, waar het geellig druk is. Jatar kon niet komen, maar Jerome zit op de bovenverdieping al op ons te wachten, samen met een leerlinge van hem, die hij ukelele leert spelen. Ik bestel een noodle soep met wat groenten en twee gebakken eieren erbij. Vanwege het geroezemoes en mijn dove oor komt er niet veel van een conversatie terecht, maar Jerome, die zelf ook schildert, geniet van de illustraties van mijn werk.

Half twee… We moeten gaan!

In mijn hotelkamer reken ik af met Quang. Hij geeft mij 20% korting en ik betaal 58 Euro voor de drie dagen en nachten die ik hier heb doorgebracht. Ontroerd bestudeert hij de repro van mijn schilderij Sharing die ik hem als afscheid geef.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dan bestelt hij een Grab-taxi en neemt hij mijn koffers mee naar beneden, waar Mai ook net is aangekomen (zij moest vanochtend werken). Gedrieën lopen we naar de taxi, die al klaar staat. Met lede ogen zien ze mij gaan. We knuffelen elkaar vaarwel – en nóg een keer, en nóg een keer – en beloven in touch te blijven via Facebook.

 

Ik ontspan op de achterbank.  De taxi-chauffeur spreekt geen Engels, dus da’s rustig. Door het drukke verkeer in Saigon doet hij er drie kwartier over om bij het vliegveld te komen. Kosten: 3 Euro…

Er staat een grote slingerslangerrij voor de check-in van Vietjet. Is er geen seniorenbalie? Ah! Ik zie een ‘courtesy desk’ waar wat rolstoelers, moeders met babies en bejaarden in staan. Ik heb mijn knie-brace omgedaan, just in case.
Ook in deze rij schiet het niet op. Na een tijdje klamp ik iemand van ground-service aan en die zegt dat ik voor rolstoelhulp een speciaal (gratis) ticket moet hebben, dat ik bij de balie aan de andere kant van de hal kan laten maken.

Gelukkig, daar staat niemand. Ik blijk daar ook meteen mijn grote koffer te kunnen afgeven. Dan wijst het meisje naar de hal hiernaast. Daar kan ik op een van de oranje stoelen gaan zitten, waar ik straks word opgehaald als het boarding tijd is.

Nog een half uur dus. Ik pak mijn donzen kussen uit mijn koffertje en doezel even lekker weg.

Mijn begeleider tikt me op de schouder. Tijd om aan boord te gaan. “Do you recognise me?”, vraagt hij als we onderweg zijn. Ik keer me om en kijk eens goed. Inderdaad! Dezelfde jongen die mij drie dagen geleden begeleid heeft toen ik aankwam in Vietnam… “Yes, I recognise you! Good to see you again.” Hij lacht breed. Bij de gate zet hij mij vooraan naast de rij van mensen die er staat en zegt: “I’ll be back’.

Het duurt nog een half uur voordat er wordt begonnen met boarden. Ik kijk naar de lange rij en prijs mij gelukkig dat ik in eenrolstoel zit…

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit keer kan ik niet meteen door het vliegtuig in, want er is geen slurf. Als de hele rij mensen is vertrokken naar de bussen, wordt ik overgedragen aan een jongeman die mij met nog twee andere rolstoelers naar buiten rijdt en via een laadklep in een vierkant voertuig manoeuvreert, van waaruit we na een trage rit over het vliegveld met een liftmechanisme omhoog worden gewerkt tot het level van de vliegtuigdeur. Wat een ervaring!

Ik heb deze keer een stoel aan het gangpad (fijn voor toiletbezoek!), maar de  middenstoel is vrij en dat geeft een gevoel van ruimte. De jongen bij het raam spreekt geen Engels, dus ik kan even lekker bij mezelf blijven.

Met een uur vertraging vertrekken we naar Da Nang. De vlucht van een uur en tien minuten breng ik beurtelings duttend, koffie drinkend en laptoppend door. Ik ben blij dat ik online al taxivervoer heb besteld bij het T&T-hotel (met zwembad!) dat ik in Hoi An voor drie nachten heb geboekt. Al zal de driver niet blij zijn dat ik een uur later aankom…

In Hoi An is wél een slurf en ik word als alle mensen zijn uitgestapt keurig met een rolstoel langs de formaliteiten geloodst en via een lift naar de baggage claim gebracht, door een meisje dat een selfie wel leuk vindt.

Zij brengt me tot aan de hekken waarachter de ophalers staan met naamborden van passagiers. Hier houdt haar service op. Ik bedank haar hartelijk en loop met mijn koffertje langzaam langs alle mensen die al ik weet niet noe lang staan te wachten en ja hoor: daar zie ik Elisabeth van der Kooi.

Wéér iemand die geen Engels spreekt, maar aan wie ik wel kan zien dat hij niet blij is met de lange wachttijd. Wat ik me nog beter kan voorstellen als blijkt dat de rit naar Hoi An geen half uur maar  een uur gaat duren, vanwege de verkeersdrukte langs de kust: hij heeft vast nog  niet gegeten en verlangt naar zijn avondmaaltje en nu wordt het zeven uur in plaats van zes uur…

Een mooie rit, trouwens. De Vietnamezen weten van lichtversiering is. En aangezien de hele kuststrook een onuitputtelijke bron van inkomsten is laten ze niets onbeproefd om hun bars, restaurants, spa’s en hotels te voorzien van de meest fraaie lichtdecoraties in alle kleuren van de regenboog. Hier en daar doet het een beetje Chinees aan, wat niet vreemd is vanwege het feit dat tussen 1600 B.C. en nu het land vier keer eeuwenlang door Chinese dynastieën werd bestuurd.

Dan zijn we bij T&T… en ik beland ik een waar paradijs!

Er wordt een welkomstdrankje gebracht. Een schattig meisje achter de balie , Yim, vertelt dat ze mijn kamer geupgrade hebben voor dezelfde prijs.

Behalve airco, TV, wifi, een kluisje en een badkamer met stortdouche krijg ik ook een bad in mijn slaapkamer en een balkon met uitzicht op het zwembad.

Dan legt ze mij  uitgebreid uit welke goodies deze plek heeft en laat op een plattegrondje zien waar ik bezienswaardigheden, vegetarische restaurants en kleermakers kan vinden (het lijkt me leuk om een paar van  mijn jurken te laten kopiëren; dat kan in één dag). Het historische centrum is op loopafstand, maar ik kan voor een luttel bedrag ook een fiets of een scooter huren: 5 km hier vandaan is een mooi strand.

Het ontbijtbuffet is van 7.00 tot 10.00 en het zwembad is open van 8.00 tot 21.00 uur.

Als ik mijn kamer op de eerste verdieping binnenkom stroom ik over van dankbaarheid. Wat en oase…


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Het is inmiddels  kwart over acht. Ik pak mijn zwempak uit de koffer en  ga te water. Er is verder niemand in het zwembad, dus ik kan rustig op mijn rug ronddobberen zonder tegen iemand aan te botsen. Wat een weelde, na zo’n lange reis.

 

 

 

 

 

Als ik daarna gedoucht heb, besluit ik toch maar te kijken of ik nog ergens een hapje kan eten. Beneden bij de balie vraag ik meteen maar even of ik hier een dag langer kan blijven: dan maar een  dag minder in Hanoi…
Het kan. Alleen moet ik voor de laatste nacht wel even verkassen naar een vergelijkbare kamer op de begane grond. Dat vind ik geen probleem.

Op mijn gemak wandel ik door de zoele avond in tien minuten naar een van de vegetarische restaurantjes die mij zijn aanbevolen. Het is leeg en het ziet er naar uit dat de jongen net wil gaan sluiten. Maar nee, hij nodigt mij uit om binnen te komen en gaat nog wat voor mij klaarmaken. Vegetarische loempiaatjes en papaya-salade met kroepoek. Ik neem er een mango shake bij en maak een praatje met de jongen Huy, die goed Engels spreekt. Hij is een paar dagen geleden door zijn rug  gegaan en moet het rustig aan doen (gelukkig heeft hij hulp in de toko, en  boven een bed waar hij af toe op kan gaan liggen. “’t Is wat, hè, met dat lijf,” zeg ik lachend, en vertel over mijn knie en dove oor.

Ik kan de salade niet op en Huy pakt hem voor mij in voor morgen. Innig tevreden loop ik terug naar huis door de stiller wordende straten, waar hier en daar langs de weg nog mensen zitten de praten op terrasjes, bij eetkarretjes of op de stoep.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Thuis installeer ik mij in mijn brede bed en wijd me tot middernacht met veel plezier aan het retoucheren van foto’s, omschrijven van filmfragmenten, beantwoorden van mailtjes en het bijwerken van mijn blog, waarna ik mij met een diepe zucht van welbehagen laat zakken in een warm schuimbad en me een half uur later overgeef aan een zoete nachtrust…

 

WOENSDAG 7 MAART

Hoewel ik de wekker op half negen heb gezet, wordt ik om zeven uur al wakker en heb weer zin in de dag. Ik rek mij even lekker uit en nestel me dan in de kussens voor de laatste update van mijn blog. Heerlijk om weer een goede en snel werkende internetverbinding te hebben.

Tegen negenen doe ik wat yoga-oefeningen, waarna ik mijn zwempak aantrek (dat alweer bijna droog is). Tijd voor een koele duik.

Deze keer zijn er twee andere (verliefde) mensen die hetzelfde idee hebben, dus ik maak het niet zo lang.

Het ontbijtbuffet is overweldigend en verrukkelijk.  Vers tropisch fruit en sappen, salade, broodjes, cakes, yoghurt, rijst, bami met of zonder vlees en op verzoek eieren naar wens bereid. Het enige wat hier ontbreekt is kaas…

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Ik geniet op mijn gemak van alle heerlijkheden en maak daarna een praatje met een paar vriendinnen: drie dames van mijn leeftijd uit Londen en Schotland, die aan een naburig tafeltje zitten. Zij zijn al vaker in Hoi An geweest (ik vrees dat mij dat ook gaat overkomen :-)) en gaan vandaag naar het strand.

Tot vier uur werk ik aan (de foto’s voor) mijn blog tot op dit moment. En besluit dat het nu tijd is (naast de uitstapjes) om weer eens te focussen op mijn filmproject.

Dat betekent voor mijn lezers de komende drie dagen radiostilte…
Tot later!